181
27 augustus 1964
Wethouder Van Wijk wil het voorkomen, dat het ook het belang van de
aannemer is om zo snel mogelijk te bouwen en dus alles wat met betrek-
king tot het opvangen en ondervangen van het vorstverlet mogelijk is, te
doen. Spreker wil gaarne toezeggen, dat hij bij het aangaan van de over-
eenkomst met de aannemer, als a'e raad het college daartoe machtigt, dit
punt nauwgezet met de aannemer en openbare werken zal bespreken, 'ten-
einde na te gaan wat er op dit terrein kan worden gedaan. Spreker kan
deze kwestie op dit moment moeihjk overzien. Hij weet niet hoe deze
mogelijkheden technisch liggen. Hij hoopt vurig, dat de fundering in de
grond zal zijn vöördat de vorst zich aandient.
Inderdaad bestaat er een misverstand tussen de heer Brandsma en spre-
ker. De heer Brandsma bedoelt dus eigenlijk, dat ook het volgend jaar het
volle contingent wel niet gebruikt zal kunnen worden zodat wellicht op
eenzelfde wijze zal moeten worden gehandeld als thans het geval is. Spre-
ker kan geenszins zeggen dat dit niet het geval zal zijn. Hij hoopt dat het
anders is, maar als dan weer een zo groot deel zou kunnen worden gereali-
seerd, zou dat v/eer tot enige tevredenheid aanleiding geven. Spreker wil
alles proberen en elke wenk van de raad of een ander, die er toe zal leiden
om het volle contingent te kunnen gebruiken, in overweging nemen. Het
zou best mogelijk kunnen zijn, dat we weer met een gedeelte uit de bus
zullen komen en het overige gedeelte op een andere wijze zal moeten wor-
den besteed. De mogelijkheden met betrekking tot het bouwen van keuze-
woningen kan spreker op het moment niet overzien. Hij zal deze zaak met
openbare werken opnemen en een rapport vragen over de mogelijkheden
die zich voor Heemstede hierbij voordoen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdeliike stemmins:
vastgestel'd.
XI. NOTA INZAKE OVERSCHAKELING VAN WEEK- OP MAAND-
SALARISSEN
De nota van burgemeester en wethouders is opgenomen in de gedrukte
stukken onder volgno.
1^6. Overschakeling van week- op maandsalarissen
De heer Brandsma heeft met grote belangstelling van deze nota kennis-
genomen. Hij heeft allereerst gekeken of er een oplossing te voorschijn
was gekomen omtrent, wat spreker zou willen noemen, het twistpunt tus-
sen de wethouder en ondergetekende n.l. of het overgaan van groep 7 en 8
(oud) naar IV en VI (nieuw) inderdaad een extra loonsverhoging inhield.
De wethouder beweerde n.l., dat de mensen uit die groepen door hun pro-
motîe een verdergaande loonsverhoging hadden gekregen dan wanneer zij
in de groepen 7 en 8 zouden zijn gebleven. Spreker moet zeggen, dat de
bestudering van de nota hem heeft bevestigd in zijn mening, dat dit niet
het geval is. Uit de cijfers blijkt duidelijk, dat van een extra loonsverho-
ging geen sprake is geweest. Spreker wil vaststellen, dat dit twistpunt uit
de wereld is, want het college herhaalt zijn argument niet in de nota.
Van de cijfers die nu door het college worden overgelegd zou spreker
willen zeggen, dat zij voor wat betreft de algemene lijn in de loonvorming,
toch wel een verkeerde suggestie geven. Het college zegt namelijk dat zij
die in de groepen 7 en 8 (oud) waren opgenomen per 1 januari een loons-
verhoging hebben gehad van respectievelijk 20 V2 en 24y2 Dat is natuur-
lijk niet het geval want in die percentages is de 8 prestatiebeloning
begrepen met daarnaast ook nog een bepaald percentage voor de A.O.W.
Wethouder Van Wijk: „Die 8 hadden ze al."
De heer Brandsma zegt, dat er een algemene loonronde is geweest van
10 Door een andere indeling van de loonschalen en het toekennen van