24 september 1964 196 De heer Verkouw: „Ik dacht dat ze wel goed waren." Wethouder Corver antwoordt, dat de heren Verkouw en Van Drooge iets anders uit sprekers woorden moeten hebben gehaald dan de andere heren. Maar dat doet er verder heel weinig toe. Het is nu wel duidelijk hoe het dan wel is. Het is in het verleden niet de bedoeling van het eollege geweest, en ook nu niet, een hoger subsidie dan 20.000,te verlenen als er niets met het Minerva-theater zal gebeuren. Indertijd hebben burge- meester en wethouders het voorstel gedaan om, als er verfraaiingen en verbeteringen aan het Minerva-theater zouden worden aangebracht, het subsidie dienovereenkomstig te verhogen. Die plannen werden niet ver- wezenlijkt. Burgemeester en wethouders hebben nu aan de heer Hooge- veen geschreven: „Wij verzoeken u ons met name te berichten of u voor- nemens bent verbeteringen aan dit theater aan te brengen en zo ja, wel- ke." Als de heer Hoogeveen op eigen initiatief verbeteringen wil aan- brengen zou inderdaad overwogen kunnen worden of het subsidie niet kan worden verhoogd. Het is nooit de bedoeling geweest het tekort van het Minerva-theater tot de laatste cent te vergoeden. Wij hopen uit de aard van de zaak allemaal, dat het Minerva-theater zijn taak zal kunnen blij- ven vervullen maar spreker zou onder ,,kunnen" wel een streep willen zetten, want het zal inderdaad niet eenvoudig blijken. Zolang het Minerva- theater zijn taak in het culturele leven van de gemeente vervult, kan de gemeente niet achterblijven daaraan haar deel bij te dragen. Spreker wil gaarne toezeggen, dat het college met bijzondere aandacht de zaken van het Minerva-theater zal blijven volgen en zal toezien hoe het zijn culturele functie vervult. Mevr. Gaasterland constateert, dat de heer Hoogeveen, door omtrent zijn plannen met het Minerva-theater onzekerheid te laten bestaan, schade aan het Heemsteedse kunstleven heeft toegebracht. De voorzitter van de Heemsteedse Kunstkring heeft in een vergadering gezegd, dat de heer Hoogeveen de contracten niet kon garanderen. Het gevolg daarvan is geweest, dat de Heemsteedse Kunstkring naar andere localiteiten heeft moeten uitzien. Door die aanhoudende onzekerheid is het zover gekomen, dat de verenigingen die graag van het Minerva-theater gebruik zouden maken, ergens anders heen moesten gaan. De heer Verhoeven wil de mededeling van mevr. Gaasterland nog aan- vullen. Het is inderdaad zö geweest, dat de heer Hoogeveen op een gege- ven moment heeft gezegd, dat hij per 1 september geen verbintenissen meer kon aangaan, met als gevolg, dat de Heemsteedse Kunstkring naar andere mogelijkheden moest uitzien. De Kunstkring geeft haar openings- avond in het Minerva-theater maar heeft een paar andere evenementen elders moeten onderbrengen die anders zeker in het Minerva-theater zou- den zijn gegeven. De heer Hoogeveen heeft nu aan de Kunstkring gevraagd weer van het Minerva-theater gebruik te maken, maar dat gaat natuurlijk niet direct als elders al verbintenissen zijn aangegaan. Niette- min blijven er nog enkele uitvoeringen over waarvoor de Kunstkring weer graag van het Minerva-theater gebruik zal maken. Voor een goed begrip wil spreker nog enkele opmerkingen maken. In- derdaad geeft de exploitatierekening over 1963 van het Minerva-theater een tekort aan van ruim 7.000,In deze rekening is echter opgenomen het in 1963 ontvangen subsidie over 1962 ad 20.000,Verder is het te- kort geflatteerd omdat geen afschrijvingen plaats vinden, terwijl ook geen salaris of ondernemerswinst voor de heer Hoogeveen in de rekening is opgenomen. Als 20.000,subsidie wordt verleend is de heer Hooge- veen niet afdoende geholpen want daarmede kan hij het tekort nog niet dekken. Burgemeester en wethouders hebben zich nu gelukkig bereid ver- klaard op het komende subsidie over 1964 voorschotten te verstrekken. Bij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 7