1
C.7,
121
2e Afd.
29 oktober 1964
IV. het bedrag, dat de gemeente werkelijk heeft uitgcgeven
ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 38 onder
j tot en met 1 der wet, op18.275,42
V. het bedrag, dat van rijkswege voor de onder IV genoemde
uitgaven aan de gemeente beschikbaar is gesteld, op
299 x f 14,90
4.455,10
VI. het bedrag, dat de onder IV vermelde uitgaven meer be-
dragen dan de onder V genoemde rijksvergoeding, op 13.820,32
is 46,22 per kleuter.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 29 oktober 1964.
De s éretaris, De^vcrorzitter,
