117
3e afd.
29 oktober 1964
Artikel 5.
1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid worden, indien enig in deze
verordening genoemd recht verschuldigd is per eenheid van tijd en/oi
afmeting, gedeelten daarvan voor een geheel gerekend.
2 Ruimten tussen op de grond geplaatste, neergelegde of opgetaste goe-
deren, die aan een belastingplichtige toebehoren, worden voor de bere-
kening van de belasting mede in acht genomen.
Artikel 6.
Algemeen.
1 Het recht bedraagt voor gebruik van grond en/of water, voor zover
daarvoor geen rechten verschuldigd zijn ingevolge éen van de volgende
artikelen van deze verordening, per m2 of gedeelte daarvan:
per week 0,20
per maand f 0,75
per jaar 7,50
2. De rechten bedoeld in artikel 1 worden overigens geheven tot de bedra-
gen genoemd in de artikelen 7 tot en met 21.
Artikel 7.
Haventerrein.
Voor het gebruik van gemeente-haventerrein, per m2 of gedeelte daar-
van:
per week f 0,50
per maand f 1,50
per jaar f 10,
Onder gemeente-haventerrein wordt verstaan het terrein gelegen on-
middellijk langs het Heemsteedse Kanaal en de haven.
Artikel 8.
Benzine- en oliepompinstallaties.
Voor het hebben van een:
1. benzine- of oliepompinstallatie of dergelijke inrichting, met inbegrip
van de daarbij behorende geleidingen:
a. voor een mantel met één pomp:
per maand f 20,
per jaar 200,
b. voor een mantel met meer dan één pomp:
per maand f 40,
per jaar f 400,
2. aftapleiding, behorende bij een onder lid 1 bedoelde niet op de openbare
grond staande installatie, ook indien deze leiding alleen bij gebruik van
de leiding door over of boven de openbare grond wordt geleid per aftap-
leiding:
per maand f 5,
per jaar f 50,