214
29 oktober 1964
Mevr. Cohen zegt, dat haar fractie in de eerste plaats erg' blij is dat
dit voorstel wordt gedaan. Haar fractie is van mening dat, nu een jaar-
lijkse bijdrage van het rijk in het vooruitzicht is en de exploitatiekosten
niet noemenswaardig hoger worden dan zonder een overdekt instructie-
bassin, het een alleszins aanvaardbaar voorstel is. Ook ziet haar fractie
deze overkapping als een sluitstuk van de uitstekende regeling die er
op het ogenblik met betrekking tot het schoolzwemmen is, waarvan het
grote aantal zwemdiploma's dat tengevolge van het schoolzwemonderwijs
is behaald, het resultaat is.
De heer Brandsma had gedacht dat dit voorstel eigenlijk een hamer-
stuk zou zijn geweest, de aandrang in aanmerking nemende die van ver-
schillende zijden uit de raad op indiening van dit voorstel is uitgeoefend.
Nu er echter toch iets van gezegd is, wil spreker graag hetgeen door de
heer van der Hulst is opgemerkt, onderschrijven, nl. dat het te betreuren
valt, dat dit voorstel de raad niet eerder heeft bereikt. Spreker zou er
dan ook bij het college en in het bijzonder bij de wethouder op willen
aandringen, nu de nodige spoed ten aanzien van de verdere gang van
zaken te betrachten, want er is nog veel voorbereidend werk te doen voor
men met de bouw kan beginnen. Het tijdstip van indiening van het voor-
stel, aan het begin van de winter, acht spreker al heel slecht gekozen.
In ieder geval zal er naar gestreefd moeten worden, dat direct na de win-
ter met de bouw kan worden begonnen.
Wat de prijs betreft zegt spreker, dat men tegenwoordig van de bouw-
kosten veel kan zeggen, maar ze vallen altijd weer tegen. Hij vindt in dit
geval niet de bouwsom als zodanig het belangrijkste maar de exploitatie-
uitkomsten. Hij meent, dat de raad zich allereerst moet buigen over de
vraag of deze investering exploitabel is te maken. Uit de stukken die van
de zijde van het college zijn voorgelegd blijkt z.i., dat de exploitatîemoge-
lijkheid alleszins aanvaardbaar is en daarom zal hij heel graag met dit
voorstel meegaan.
De heer Scheer zal vöôr het voorstel stemmen, maar erg enthousiast
doet hij het niet, want hij meent, in tegenstelling met hetgeen de heer
Brandsma heeft gezegd, dat de exploitatieuitkomsten vrij optimistisch
zijn opgesteld. Spreker gelooft niet dat er zo'n geweldige toeloop naar
dit bad zal komen want in de onmiddellijke omgeving heeft men ook al
het Sportfondsenbad en het Stoops bad. Als men dat voor ogen houdt en
de verbindingen die daar naar toe zijn, en de mogelijkheden die daar zijn,
dan kan spreker niet zo optimistisch zijn.
De heer Kooijmans zegt, dat burgemeester en wethouders schrijven, dat
de exploitatiekosten van een overdekt instructiebad ten opzichte van die
van een niet-overdekt bassin f 2400,per jaar meer bedragen. Het ver-
schil is echter veel groter, omdat het instructiebad getrokken wordt uit
het bestaande open bad. Het wordt een aparte eenheid en voor die aparte
eenheid moeten feitelijk de bouwkosten van het instructiebad ingecalcu-
leerd worden en aldus doende worden de exploitatiekosten veel hoger.
Dat moet men zich goed voor ogen stellen.
Ten aanzien van het te verwachten bezoek is opgemerkt, dat zij, die het
weten kunnen menen, dat inderdaad meer bezoekers verwacht kunnen
worden dan de raming aangeeft. Spreker hoopt dat dit zo zal zijn. Wel
meent spreker dat er dan reklame voor het bezoeken van dit bad gemaakt
moet worden.
De heer Willemse vindt de meerdere exploitatiekosten van het instruc-
tiebad eigenlijk secundair. A1 zou maar één kind zich redden omdat het
daar heeft leren zwemmen, dat zou spreker dat f 4000 per jaar waard
zijn.
Wethouder mevr. Van der Meulen doet het genoegen, dat men in het