220
29 oktober 1964
televisie-antenne zal worden g-emaakt met overcapaciteit, hetzij voor par-
ticulieren, hetzij voor verdere woningwetbouw.
De heer Scheer merkt op, dat de wethouder in antwoord op sprekers
eerste vraag spreekt van ,,ik meen te weten" enz. Daar gaat het spreker
niet om. Hij zou hier graag een uitspraak willen hebben dat degenen, die
geen gebruik van de centrale televisie-antenne maken, niet aan de heffing
onderworpen worden.
Wethouder Van Wijk antwoordt, dat zijn gebruikelijke voorzichtigheid
hem de woorden ,,ik meen te weten" heeft doen hanteren, maar spreker
wil dan nu categorisch zeggen, dat de kosten van de centrale televisie-
antenne niet ten laste worden gebracht van degenen die er geen gebruik
van maken.
De heer Scheer gaat hiermee akkoord. Met zijn tweede vraag heeft
spreker niet de toekomst op het oog maar het heden. Er is helaas aller-
wege een gepaste dwang noodzakelijk en zo ook op dit terrein. Er wordt
dwang toegepast. Degenen die een televisie-antenne hebben moeten die
weg laten halen en daarvoor krijgt men van de gemeente een aansluiting
op de centrale televisie-antenne. Spreker wil positief van de wethouder
horen, dat de televisiestations die men op het ogenblik met de eigen an-
tenne kan bereiken, ook via de centrale televisie-antenne bereikbaar zul-
len zijn. Zo niet, dan meent spreker dat het gemeentebestuur iets doet
wat het niet mag doen.
Wethouder Van Wijk meent hierop ontkennend te moeten antwoorden,
want er zijn artisten die met alle mogelijke draden en ijzertjes ook Duits-
land kunnen ontvangen.
Stemmen: „Het gaat om de Rem".
De heer Scheer wil stipuleren, dat hij het woord „Rem" niet heeft gebe-
zigd doch dat het woord hier heeft geklonken. In Heemstede staan om het
andere huis, en misschien nog wel frequenter, antennes waarmee de Rem
ontvangen kan worden. Wanneer nu de wethouder in twijfel trekt of de
Rem via de centrale televisie-antenne ontvangen zal kunnen worden, dan
worden degenen die op de centrale televisie-antenne moeten aansluiten
tekort gedaan. Spreker wil zijn stem daaraan bepaald niet geven.
Wethoude'r Van Wijk meent dat er een misverstand bestaat tussen de
heer Scheer en hem. AIs spreker het goed ziet, maar daar kan hij in
dwalen, zal niemand gedwongen worden zijn antenne van het dak te halen.
De heer Scheer wijst er op, dat in de vorige vergadering is gezegd, dat
aansluiting op de centrale televisie-antenne verplicht was. AIs het waar
is wat de wethouder zegt verandert de zaak, maar wat heeft. de plaatsing
van een centraie televisie-antenne dan voor zin!
Wethouder Van Wijk antwoordt, dat burgemeester en wethouders ver-
trouwen, dat de mensen zo verstandig zullen zijn op de centrale televisie-
antenne aan te sluiten en dat degenen die nog geen televisie hebben, daar-
°P bij aanschaffing van een t.v. zullen aansluiten, omdat een centrale
antenne op de lange duur ver zal uitgaan boven datgene wat een parti-
culier met zijn antenne kan bereiken. Het is inderdaad niet de bedoeling
de mensen te dwingen hun antenne af te breken, maar eenvoudig te zeg-
gen dat, als men wil aansluiten, het zoveel kost en dat men dan moet be-
denken, dat de Rem wellicht uitvalt. Spreker b.v. kan zelf de Rem niet
ontvangen, maar zijn kinderen wel en zo zal het bij anderen ook wel
gaan. Die weten de Rem met het bestaande antennestelsel door op de een
of andere wijze aan het toestel te rommelen, wel te bereiken. Spreker
gelooft dat het niet de bedoeling is hier dwingend op te treden.