2e afd.
29 oktober 1964
Wlj zouden dan nu in het kort willen ingaan op de voornaamste facto-
ren, welke van invloed zijn geweest op het verschil in uitkomst der begro-
tingen voor 1964 en 1965.
Aan de uitgavenzijde zijn dit de volgende:
De som der salarissen met inbegrip van de kosten der sociale
voorzieningen voor het gemeentepersoneel is gestegen met
ongeveer 24,5 of wel met een bedrag van 490.000,
Buiten beschouwing zijn hierbij gelaten de salarissen van het
politiepersoneel, waarvan een normvergoeding van het rijk
wordt ontvangen en die van het onderwijzend personeel der
openbare scholen, die door het rijk rechtstreeks worden ver
goed:
De aanzienlijke stijging van de salarislasten is in hoofdzaak
het gevolg van de salarisverhoging per 1 januari 1964, welke
gemiddeld op 14 kan worden gesteld en die nog niet in de
begroting voor 1964 kon worden verwerkt; de toegekende
compensatie voor de op 1 juli 1964 ingegane huuiwerhoging;
de verhoging der door de gemeente verschuldigde pensioens-
bijdragen van 21 tot 24 en de vierde fase van de gedif-
ferentieerde salarisverhoging.
De ten laste der gemeente biijvende kosten van het politie-
apparaat zijn gestegen met rond f 62.000,
In hoofdzaak wordt dit verschil veroorzaakt door rente en
afschrijving op de kosten van de bouw van het nieuwe politie-
bureau, welke kosten in de begroting 1964 nog slechts voor
een deel werden geraamd. De post kapitaalslasten (volgno.
03.060) steeg daardoor met f 46.000,
Het onder volgno. 06.010 geraamde bedrag aan kapitaals-
lasten voor de wegen vertoont ten opzichte van 1964 een
stijging van 139.000,
De in de loop van dit jaar door Uw Raad beschikbaar
gestelde kredieten voor de aanleg van wegen in het uitbrei-
dingsplan ,,Glip II", voor de verbreding en verbetering van de
Lanckhorstlaan en voor de verbetering van gedeelten van de
Valkenburgerlaan en de Glipper Dreef hebben hiertoe het
hunne bijgedragen.
Het nadelig saldo van Hoofdstuk IX der begroting (Maat-
schappelijke steun en voorzorg) geeft, de personeelskosten
buiten beschouwing gelaten, een stijging te zien van 159.000,
De totale kosten van het lager, het uitgebreid lager en het
buitengewoon lager onderwijs zijn, wanneer ook hier de per-
soneelslasten niet in aanmerking worden genomen, gestegen
met f 52.000,
Voor onvoorziene uitgaven werd meer geraamd 13.000,
Totaal f 915.000,