2e afd. 18 december 1964 ting voor 1964 een bedrag was geraamd, dat later, in verband met het gebruik van het Sportfondsenbad te Haarlem voor dit doel, bij begrotings- wijziging tot f 15.700,werd verhoogd, maken opnieuw een hogere ra- ming nodig. Dit is een gevolg van de toeneming van het aantal deelnemen- de kinderen, waardoor de lessen in dat bad gedurende 1% dag per week zullen worden gegeven in plaats van 1 dag. In verband met de viering van 5 mei 1965 van het feit, dat ons land 20 jaar geleden bevrijd werd, hebben wij gemeend, ten einde aan die viering een bijzonder cachet te kunnen geven, een bedrag van f 6.000,in de begroting onder volgno. 36.010 te moeten opnemen. Anders dan tot dusverre gebruikelijk was, toen het aan het Minerva- Theater te betalen subsidie pro memorie werd geraamd, hebben wij hier- voor thans een bedrag van 20.000,geraamd ten einde in staat te zijn in de loop van het begrotingsjaar voorschotten op deze subsidie te kunnen uitbetalen. Hoofdstuk IX Bij de ramingen op de verschillende posten van dit hoofdstuk is voor zover mogelijk al rekening gehouden met de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet op 1 januari 1965. De invoering van deze wet zal o.m. tot gevolg hebben, dat verpleegkosten geheel voor rekening der gemeente komen met uitzondering van die voor minderjarigen, waarvoor nog een verhaalsmogelijkheid op de onderhoudsplichtigen blijft bestaan. Anderzijds zullen door optrekking van de uitkeringen op grond van de sociale verzekeringswetten en van de Algemene Ouderdomswet, welke de patiënten genieten en dîe aan de gemeente gecedeerd worden, de inkom- sten van de gemeente terzake een stijging gaan vertonen. Verwacht mag worden, dat de uit de invoering der Algemene Bijstands- wet voor de gemeente voortvloeiende extra-lasten zullen worden gecom- penseerd door een verhoging der algemene uitkering uit het gemeente- fonds. Hoofdstuk XI 2 Hoewel verschillende normen voor de uitkering uit het gemeentefonds terzake van het lager onderwijs een verbetering ondergingen, waardoor deze uitkering ten opzichte van 1964 is gestegen met f 71.500,waar- tegenover slechts een verhoging met f 52.000,staat van de som van de nadelige saldi der betrekkelijke onderwijsparagrafen blijft er niettemin een nadelig verschil tussen de ten laste der gemeente blijvende kosten en deze uitkering van f 312.000,Hierbij dient echter in aanmerking te worden genomen, dat de gemeente ongeveer f 100.000,betaalt voor de boventallige onderwijzers aan openbare en bijzondere lagere scholen. V°or wat de algemene uitkering uit het gemeentefonds betreft kan worden opgemerkt, dat de definitieve gegevens over de jaren 1960, 1961 en 1962 van de kosten van sociale zorg van alle gemeenten nog steeds niet vaststaan. De gemiddelde kosten van deze drie jaren vormen de basis voor de factor kosten van sociale zor.g der algemene uitkering. Dit bete- kent, dat ook de vermenigvuldigingsfactor nog over geen enkel jaar sinds de inwerkingtreding der Financiële Verhoudingswet 1960 kon worden berekend. Deze factor heeft ten doel het accres van de gemiddelde kosten van sociale zorg over opvolgende perioden van drie jaren aan te geven en dient te zijn gebaseerd op de werkelijke kosten, zowel per gemeente als Van alle gemeenten tezamen. Het, vooral in de laatste jaren, sterke accres van de kosten van sociale zorg doet de vraag rijzen of de normen, welke voor de bepaling van de factor in de wet zijn vastgelegd, nog wel juist genoemd kunnen worden. Opvallend is in dit verband ook, dat de voor- lopige vermenigvuldigingsfactor, welke voor 1960 werd bepaald op 1.4 in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 6