302
18 december 1964
ren gesproken over de agglomeratiegedachte en dat geluid heeft tot nu
toe uit haar fractie niet erg krachtig geklonken. Dat ligt geheel aan de
hoffelijkheid van haar fractievoorzitter, want hij meende, omdat spreek-
ster misschien de grootste agglomeratiefan van haar fractie is, dat het
beter was, dat zij dat onderwerp zou behandelen. Dat spreekster nu juist
de grootste fan is, is niet zo verwonderlijk want zij heeft lang geleden
iets aan de historie gedaan en wie zich daar wei eens in heeft verdiept,
weet hoe moeilijk het moet zijn geweest om van de republiek der verenig-
de Nederlanden te komen tot het koninkrijk der Nederlanden en hoe moei-
lijk het voor de twee machtigste provincies geweest is zich in een heel
ander verband te moeten schikken. Hier liggen allerlei vergelijkings-
mogelijkheden met de toestand van nu en spreekster moet zeggen, dat zij
het tot op zekere hoogte een voorrecht vindt om in deze tijd te leven,
omdat zij gefascineerd is door wat er op dit gebied op het ogenblik
gebeurt. Daarbij denkt zij in de allereerste plaats aan de éénwording van
Europa, maar het bezwaar daarvan is, dat het voor de gemiddelde burger
technisch een zeer moeilijke zaak is. Maar veel dichter bij huis iigt de
agglomeratie. Ook uit de krantenartikelen blijkt, dat dit een zaak is die
de burgers wel degelijk bezig houdt. Het college heeft al gezegd, dat deze
zaak niet geforceerd moet worden. Daar is spreekster het helemaal mee
eens, maar zij is het bepaald niet eens met een van, naar zij meent, wet-
houder Van Wijk afkomstige uitlating, n.l., dat men hier nog alle tijd mee
heeft. H.i. is men al veel te laat. Men zal zich misschien afvragen, wat dit
betoog nu heeft te maken met het contact tussen overheid en burgerij en
dus zal spreekster vlug overstappen naar het gemeentelijk blad van Zand-
voort, dat haar fractievoorzitter heeft aangeboden. Spreekster gaat mis-
schien nu veel en veel verder dan de heer Verkouw wil. Zij ziet n.l. voor
haar geest niet een gemeentelijk blad, maar een intergemeentelijk blad,
waarin b.v. eerst uiteengezet zal kunnen worden welke regelingen er nu
al zijn op het gebied van de intergemeentelijke samenwerking. Om maar
een klein voorbeeld te noemen: de keuringsdienst van waren. Er zijn ont-
zettend veel mensen die wel eens willen weten hoe een dooie muis in hun
havermoutpap komt en al dergelijke dingen. Regelingen, die bij de meeste
mensen onbekend zijn zouden daarin kunnen worden uiteengezet. Vervol-
gens zou aandacht kunnen worden gewijd aan alle desiderata die er zijn.
Dat zijn er ontzaglijk veel, want er kan natuurlijk op talloze gebieden
worden samengewerkt, veei meer dan nu, en tenslotte zou er na op-
heffing van het geheimzinnige waas dat tot nu toe over de besprekingen
van de verschillende colleges van burgemeester en wethouders hangt
een uiteenzetting kunnen worden gegeven van wat er alzo bereikt is op
het gebied van het intergemeentelijk contact. Spreekster hoopt dat het
eollege voor deze suggestie niet alleen openstaat, maar dat het zelfs zo
ver zou kunnen gaan, dat het initiatief in deze richting gaat ontwikkelen.
De heer Scheer zegt, dat het bevorderen van het contact tussen overheid
en burgerij zijn volle instemming heeft, maar of dit nu gebeuren moet
middels een gemeenteblad, betwijfelt spreker sterk. De inhoud van dat
blad spreekt de raadsleden wel aan, maar spreker betwijfelt of dat ook
het geval zal zijn met het publiek in al zijn geledingen. Daarbij komt, dat
men bijna dagelijks overstroomd wordt met allerlei reclame-drukwerken.
Daarnaast meent iedere vereniging, die zichzelf respecteert, een orgaan
te moeten uitgeven, waar men ook mee overstroomd wordt. De kranten
worden bijna maandelijks, althans halfjaarlijks, dikker. Zij vormen op het
ogenblik bundels waar men niet door kan komen. Dat alles zal naar spre-
kers mening er toe leiden, dat men een gemeenteblad een- of tweemaal
zai inzien, maar na de tweede keer zal men zeggen: daar is dat ding weer,
leg het maar op de krantenstapel. Aan het blad moet geld en moeite wor-
den besteed, mensen klimmen in de pen om stukken te schrijven, maar