314
18 december 1964
noodzakelljke restauratie te vragen. Openbare werken heeft toen gerap-
porteerd, dat die zaak te moeilijk lag en dat hierbij beter een architect
kon worden ingeschakeld, deskundig op het gebied van restauratie van
oude gebouwen. Burgemeester en wethouders hebben toen een dergelijke
architect ingeschakeld die echter, ondanks aandringen, zeer lang op een
rapport heeft laten wachten. Toen het rapport tenslotte uitkwam bleek
dit allerminst duidelijk te zijn. Inmiddels is wel gebleken, maar dat zal
wellicht geen bezwaar zijn, dat dit een restauratie wordt die zeker 1%
ton zal gaan kosten. Maar wellicht is het gebouw het waard. Spreker
hoorde hier een schildering geven van de toestand van dit woonhuis. Er
zijn wensen en er zijn redelijke wensen, maar aan de andere kant, ook
gelet op de contra prestatie in de vorm van huur, moet spreker toch zeg-
gen, dat men hier nu niet al te hard moet klagen als hij ziet hoe anderen
soms wonen. Als men de zaak van die kant benadert is zijn medelijden
nog niet overmatig groot en hij wil dan ook rustig zeggen, dat het nog een
ideaal plekje is en dat de bewoonster nog veel woongenot overblijft. Spre-
ker meent dat men hierbij niet moet gaan dramatiseren. Inmiddels is er
een heel mooi monumentaal hek om het huis gezet. De raad kan er van
overtuigd zijn, dat deze zaak bij burgemeester en wethouders leeft en dat
7ij deze restauratie heel graag spoedig tot stand willen brengen.
Spreker gelooft niet dat het huis op de lijst van monumentenzorg staat,
misschien wel op de gemeentelijke lijst. Het is in ieder geval wel een
monument voor onze gemeente. Spreker hoopt dat er nu eens een goed
restauratieplan komt waarop burgemeester en wethouders kunnen ver-
trouwen. De opvattingen van de deskundigen waren tot heden nogal ver-
schillend. De een wilde er een gracht omheen graven, een ander wil daar
gaan pulsen en een derde wil er een plaat onder leggen, kortom de des-
kundigheid bleek ook hier weer zeer gedifferentieerd te zijn, zoals wel
meer voorkomt bij deskundigen. Spreker heeft tot heden geen practisch
goed plan gezien waarop burgemeester en wethouders zonder meer kun-
nen afgaan. Spreker meent wel dat deze zaak in de zeer nabije toekomst
aan de orde zal komen. De rijksgoedkeuring zal met enige drang ook wel
verkregen worden en dan zal inderdaad eind 1965 deze zaak kunnen wor-
den opgelost.
Mevr. Vriesendorp merkt op, dat de wethouder niet heeft geantwoord
op haar vraag waarom het normale onderhoud achterwege is gebleven.
Elke huiseigenaar behoort zijn huis toch te onderhouden. Wanneer is men
eigenlijk begonnen met voor de restauratie plannen te maken? Hoeveel
jaren wordt hier al aan gedokterd? Het geplaatste hek is inderdaad zeer
fraai. Spreekster veronderstelt echter, dat er een geweldig personeels-
tekort is want het terrein is niet eens opgeruimd. Spreekster komt er
niet zo vaak, maar men kan daar in het donker zijn nek breken. Er zijn in
het huis kamers waar men, als men de deur dichtdoet, niet meer kan
uitgaan en wanneer men er in wil de deur niet open kan krijgen. Dat zijn
wel kleine dingen, maar spreekster hoopt toch dat deze kleine ongerief-
lijkheden nog vöör de restauratie hersteld kunnen worden.
Mevr. Cohen wil protesteren tegen de opvatting dat het hier gaat om
een lage huur en dat daarom de bewoonster eigenlijk niet veel te eisen
heeft. Het gaat de bewoonster in de eerste plaats zeer zeker niet om de
huur, maar om het huis. Zij bewoont dat huis met een enorme liefde; zij
houdt van dat huis. Zij behoort dus tot die kleine Gideonsbent die spreek-
ster zojuist noemde. Het gaat haar om de restauratie van een prachtig
gemeentelijk bezit. Als het huis eenmaal gerestaureerd is zal er waar-
schijnlijk onderhandeld moeten worden over een hogere huurprijs, maar
spreekster dacht dat de huur hier werkelijk buiten stond. Het gaat om het
behoud van een monument.