18 december 1964
315
De heer Enschedé wil de zaak meer algemeen stellen. Spreker heeft,
toen de raad het Oude Slot bezichtigde, de indruk gekregen, dat de
gemeente als huisbaas, als beheerster van vast goed, niet altijd het goede
voorbeeld geeft. Uit het hier gegeven relaas en spreker is er ook over
ingelicht, blijkt, dat het gemeentebestuur eigenlijk niet helemaal haar
taak goed ziet. Spreker heeft niet voor niets in zijn algemene beschou-
wing iets gezegd over het optreden van de gemeente bij de zakelijke
verhoudingen. Spreker gelooft dat in dit geval het vragen van oplettend-
heid wel passend is. Hij vraagt zich af hoe een particuliere eigenaar door
de overheid zou zijn bejegend als zijn huurders zouden klagen over lekka-
ges of verveloosheid en daardoor roestende scharnieren in het huis.
Wethouder Van Wijk zou alle huurders feliciteren als zij huiseigenaren
hadden als de gemeente Heemstede er een is. Met betrekking tot dit inci-
dentele geval ligt de zaak echter zeer moeilijk omdat niet vöör de restau-
ratie met ingrijpende herstellingen kan worden begonnen. Juist de raad
is zo tegen halfheid, tegen lapmiddelen, tegen vast beginnen en het later
weer moeten opbreken. Wanneer men het huurcontract leest, dan blijkt
dat naast de huurprijs ook vrij veel onderhoud aan de huurster is opgedra-
gen. Wat daar allemaal van terecht is gekomen kan spreker op dit mo-
ment niet zeggen. De huurster heeft er echter blijkbaar ook niet teveel
aan gedaan, waar zij misschien zag, dat ingrijpende wijzigingen zouden
moeten plaats vinden en het aan ditjes en datjes te besteden geld wel
weggegooid geld zou zijn, omdat het herstelde bij de totale restauratie
weer ongedaan zou worden gemaakt. Burgemeester en wethouders zijn
niet gelukkig geweest met de restauratieplannen. Spreker meent stellig
te weten, dat nu een afgerond plan bij openbare werken klaar ligt. Als
dit plan het college heeft gepasseerd en de raad het krediet heeft verleend,
zal de rijksgoedkeuring worden gevraagd en zo spoedig mogelijk met de
restauratie begonnen worden. Als inmiddels een deur moet worden bij-
geschaafd en er het een en ander moet gebeuren, zal openbare werken
daar zeker zorg voor dragen. Spreker heeft alleen willen betogen, dat
tegenover de geleverde huurprestatie men niet al te hoog van de toren
moet blazen, ook al zou men meer huur willen betalen. Het wonen daar is
nog niet zo, dat dit als een krepeergeval kan worden beschouwd, zoals het
ongeveer wordt voorgesteld. Het is allemaal nog zeer wel doenlijk.
Mevr. Vriesendorp zegt, dat de wethouder altijd veel praat maar hele-
maal niet antwoordt. Spreekster heeft gevraagd wanneer men begonnen
is met het bespreken van het restauratieplan van de architect en daar
heeft zij geen antwoord op gehad.
Wethouder Van Wijk: „Dat zal 3 jaar geleden zijn geweest."
Mevr. Vriesendorp: ,,Dat denkt u."
Wethouder Van Wijk: ,,Nee, dat weet ik wel."
Mevr. Vriesendorp: ,,Dan had er nu wel een plan klaar kunnen liggen."
De voorzitter: ,,Het plan ligt bij openbare werken. Het is nog niet in
het college behandeld. Het wachten is op het advies van openbare wer-
ken."
Mevr. Vriesendorp: „Waarom kon dit plan niet eerder klaar zijn."
Wethouder Van Wijk antwoordt, dat er al eerder plannen zijn geweest,
maar die bleken niet uitvoerbaar te zijn. Andere deskundigen b.v. bleken
het daarmee niet eens te zijn. Die zeiden: als het zo wordt uitgevoerd
stort de hele boel in elkaar. Wat kan men dan doen? Het plan toch uitvoe-
ren?