18 december 1964
325
De voorzitter vindt een en ander moeilijk te beantwoorden. Een rustige
dorpsstraat zal de Binnenweg natuurlijk niet blijven, integendeel het zal
een zeer drukke dorpsstraat worden en daarvoor zijn aparte maatregelen
nodig.
Wethouder Van Wijk antwoordt, dat het in deze niet zozeer gaat om
wat het college voor plannen heeft, maar welke ontwikkeling zich gaat
voordoen. Het is met betrekking tot dorpsbebouwing niet zo, dat men kan
zeggen dat men het zö wel zou willen. Er is naar sprekers bescheiden
gevoelen gelukkig een leven dat zijn eigen banen zoekt en natuurlijk moet
men daar niet zonder meer achteraan lopen, maar moet dat ook stimuleren
en leiden. Zo ziet spreker nog helemaal geen rustig dorpscentrum, daar-
gelaten of iemand dat zou wensen. Hier gebeurt iets en daar zullen we
iets aan moeten doen. Spreker ziet de ontwikkeling persoonlijk zô, dat de
Blekersvaart hij wil niet zeggen ten dode gedoemd is, want zij is voor
hem al lang morsdood inderdaad geofferd zal moeten worden om ter
plaatse de situatie te kunnen saneren. Spreker vindt dat niet zo erg. Wan-
neer hij de voorlopige plannen met betrekking tot het Blekersvaartkwar-
tier ziet, dan wordt de Blekersvaart eigenlijk verlegd, hetgeen hij een
heel mooi plan vindt. Het is echter nog maar schetsplan.
Spreker is van gevoelen, dat het parkeerterrein aan de Binnenweg uit-
gebreid zal moeten worden, niet alleen voor A.H. maar ook in ander op-
zicht. De bebouwing aan de oostkant van de Binnenweg is zodanig, dat
deze in de toekomst wel zal verdwijnen. Wat er dan voor in de plaats zal
komen weet spreker niet. Men kan moeilijk achteruit bouwen omdat men
dan te dicht tegen de Schouwbroekerstraat komt. Dit is een moeilijkheid
op zichzelf. Maar spreker dacht dat daar nog wel heel wat te saneren valt
en dat, wat daarvoor wijken moet, niet betreurenswaard moet worden
geacht, omdat het op zichzelf heel weinig betekent. Het is alleen de
woningnood die op het moment het krachtig ingrijpen met betrekking tot
parkeergelegenheid remt. Spreker ziet de Binnenweg nooit meer een rus-
tige dorpsstraat worden. Het is nu eenmaal zo, dat de steden, en wij heb-
ben hier speciaal te maken met Haarlem, veel te vol en te dicht bebouwd
zijn. Men gaat vanuit de stad winkelen aan de buitenkant en dat is ook
een voordeel voor onze middenstand. Spreker gelooft dat het gemeente-
bestuur de middenstand tegemoet moet komen om dat winkelen plezierig
en mogehjk te maken en dat kan dan speciaal door het aanleggen van
parkeergelegenheid, zodat de omgeving van de Binnenweg ten dele aan
parkeergelegenheid zal moeten worden geofferd, als men het althans een
offer vindt want ten dele is het een vooruitgang. Zo ziet spreker dat in de
toekomst meerdere grote zaken zich ter plaatse zullen vestigen. Het
gemeentebestuur zal dit alles hebben te accepteren, deels met blijdschap,
deels niet zonder bedenking, maar de realiteit zal aanvaard moeten wor-
den. Zo zal naar sprekers gevoelen de Blekersvaart gedempt moeten wor-
den en nog enige huizen moeten worden gesloopt om als parkeerterrein
te dienen. Spreker weet dat een en ander in het college nog lang geen
communis opinio is. Als persoonlijke gedachte heeft spreker dit even ter
tafel willen brengen.
Mevr. Cohen heeft zo het gevoel, dat de wethouder hier erg spreekt van
laisser faire, van we zullen eerst eens kijken hoe het komt en dan zullen
wij onze maatregelen wel nemen. Voor haar gevoel is er eigenlijk, door
het toelaten van de supermarkt, met alle daaraan verbonden consequenties
ten opzichte van het parkeerprobleem, al een bepaalde richting uitgestip-
peld die, zoals zij nu van de wethouder hoort, in het college nog helemaal
niet vaststaat. Haar bezwaar is, dat hier onoverdacht iets gedaan is waar-
van de consequenties niet te overzien zijn.
Wethouder Van Wijk antwoordt, dat hier niets ondoordacht is gebeurd.