326
18 december 1964
Er is hier iets gebeurd wat als consequentie van een verleende vergunning
moet worden beschouwd. Men kan op bedoelde plaats niet zo'n groot
bedrijf laten vestigen en dan weigeren de bedoelde huizen te laten af-
breken onder het motto, dat wie parkeren wil zijn eigen weg maar moet
zoeken. Consequenties moet men aanvaarden en daartoe de nodige maat-
regelen nemen. Het is geen laissez faire, laisser passer, het is eenvoudig
een ontwikkeling die men moet ordenen. Het leven leeft gelukkig zijn
eigen leven.
Mevr. Cohen: „Het gaat toch om de toestemming die indertijd is gege-
ven."
De voorzitter: ,,Als die parkeerplaats er niet was geweest zouden de
parkeermoeilijkheden nog veel groter zijn."
Mevr. Cohen: „Het was verkeerd om toestemming te geven op die plaats
een supermarkt te bouwen."
Wethouder Van Wijk wijst er op, dat het terrein al jaren eigendom van
deze N.Vwas en waarom zou men op eigen grond geen winkel mogen
bouwen Dat ziet spreker helemaal niet in.
Mevr. Cohen: ,,Ja een winkel, maar met zeer bepaalde consequenties."
Wethouder Van Wijk: „Wij kunnen niet bepalen welk soort winkels er
moet komen."
De voorzitter wijst er op, dat het niet tot de bevoegdheid van de raad of
van burgemeester en wethouders behoort, om een bedrijf dat een stuk
grond heeft, te verhinderen daar een winkel te bouwen.
Wethouder Van Wijk: „Nog meer, wij hebben niet eens de machts-
middelen om dat tegen te houden."
Mevr. Vriesendorp zegt, dat het er om gaat dat, nu er een winkelstraat
is, men daar dan ook een plan voor moet gaan maken. Spreekster denkt
hierbij aan Hoofddorp waar een winkelstraat wordt gereorganiseerd. Dat
is bewust gebeurd. Wij moeten niet alles over ons heen laten komen. Nu
is alleen maar de persoonlijke mening van de wethouder over deze kwestie
naar voren gekomen. Er ligt helemaal geen plan op tafel.
De voorzitter antwoordt, dat deze zaak nog niet in het college van bur-
gemeester en wethouders in bespreking is geweest. Men heeft nu de
mening van wethouder Van Wijk gehoord en daar zal nu in het college
over gesproken worden. Wethouder Van Wijk kon niet zeggen dat deze
zaak al in het college was behandeld.
Wethouder Corver: „Wat er gebeurd is, is toch wel een gevolg van
besluiten van het college."
De voorzîtter: „Ik bedoel de verdere uitbreiding van de parkeerruimte
voor de winkels aan de Binnenweg."
De heer Zegvvaart zal zijn best doen dit punt niet te verwarren met
punt 65. Er is aan de Binnenweg nög een supermarkt. Het magazijn daar-
van wordt bevoorraad vanaf de Blekersvaartweg over een smal bruggetje.
Als deze supermarkt aan burgemeester en wethouders toestemming
vraagt om dezelfde voorziening te mogen treffen als de andere super-
markt, wordt daar dan toestemming voor verleend? Spreker wil wel zeg-
gen dat dat hoogst gewenst zou zijn, want op die plaats is een mistoestand
aan het ontstaan. Als men b.v. voor het grote wasbedrijf, dat daar ai
jaren is gevestigd, en voor Bovema en voor de tweede supermarkt aan het
laden en lossen is en tevens bij de snelwasinrichting, die daar recht tegen-
over is, de dames en heren die hun was brengen of halen, hun auto's par-