18 december 1964
327
keren, dan is het daar een zo chaotische toestand, dat men er niet alleen
niet met een auto maar zelfs niet eens met een fiets door kan. Die situatie
komt daar herhaaldelijk voor. Daarom vraagt spreker of die tweede super-
markt eventueel toestemming zou krijgen voor het aanleggen van een
dam.
De voorzitter antwoordt, dat hij vermoedt, dat burgemeester en wet-
houders die toestemming niet zullen geven alvorens de raad daarvan in
kennis te stellen.
Wethouder Van Wijk zegt, dat burgemeester en wethouders zich als
altijd natuurlijk gaarne richten naar wat de raad in dit opzicht wenst. Als
hier een uitgesproken mening zou heersen om geen toestemming te geven,
dan gelooft spreker niet dat het college zo ondemocratisch zou handelen
om het toch te doen. Spreker wil nog vaststellen, dat met betrekking tot
de eerste supermarkt de toestemming voor het leggen van een dam is
gegeven in verband met de verleende bouwvergunning. Of dat toen wêl
met de raad overlegd is, weet spreker niet. Maar wanneer nu apart wordt
verzocht een stuk vaart achter een bedrijf te mogen dempen dan vindt
spreker dat een afzonderlijke zaak. Hij overziet niet direct langs welke
wegen dit administratiefrechtelijk en formeel zou moeten worden opge-
lost. Het is niet een soort bouwvergunning met een bepaalde consequentie
daaraan. Persoonlijk zou spreker zeggen, dat, zolang niet vaststaat wat de
raad met de Blekersvaart wil, burgemeester en wethouders zeker geen
vergunning voor het maken van een dam zullen geven. Hij weet natuurlijk
niet hoe de meningen in het college over deze zaak zullen liggen. Hij heeft
zo maar enige gedachten uitgesproken. Een dergelijk verzoek heeft burge-
meester en wethouders nog niet bereikt. Spreker neemt aan, zeker na de
bespreking van vandaag, dat er wei verzoeken zullen komen. Zijn stand-
Punt kent men inmiddels. Wanneer die zaak in het college aan de orde
komt, zal spreker zeggen: graag, demp maar. Andere leden kunnen er
mogelijk anders over denken. Maar misschien komt het vandaag tot een
zekere uitspraak van de raad, waarnaar burgemeester en wethouders zich
mede gaarne zullen richten, daarbij afwegende wat zij kunnen beslissen
zonder de raad en wat zij kunnen beslissen met de raad. Maar zelfs als zij
zelfstandige beslissingen kunnen nemen zal het oordeel van de raad daar-
bij zeer zwaar wegen.
De heer Scheer merkt op, dat het gesprokene door de wethouder hem
eigenlijk lokt tot een discussie, maar spreker zal die graag uitstellen tot
punt 65.
De voorzitter zegt, dat dit een toelichting van de wethouder is geweest.
Deze punten zijn moeilijk van elkaar te scheiden. Het was dus logisch dat
Punt 65 hierbij even ter sprake kwam. Spreker hoopt echter, dat bij punt
65 niet alles herhaald wordt wat nu al gezegd is.
unt 42.
De heer WUlemse is uiteraard blij met de toezegging van burgemeester
en wethouders, dat deze verkeerssituatie hun aandacht heeft. Er is hierbij
°ok gesproken over de mogelijkheid van een zebra-oversteekpiaats. Pri-
mair heeft spreker aan die dingen een verschrikkelijke hekel. Het pro-
bleem is niet zozeer dat daar voetgangers moeten oversteken er zijn in
betrekkelijk korte tijd daar enkele ongelukken gebeurd als wel, hoe
men, zeker in de spitsuren, vanaf de Javalaan de Cruquiusweg moet op-
komen. Als men geluk heeft en de Cruquiusbrug is open, dan lukt dat nog
wel, maar als deze gesloten is, is het daar een hopeloze situatie. Dat is in
het winterseizoen al zo, maar wanneer in het zomerseizoen een grote
stroom van vakantiegangers passeert, is oversteken bijna ondoenlijk. Op