334 18 december 1964 deze gedachtenlijnen het toekomstige woningbouwbeleid voor onze ge- meente uit te stippelen. De heer Van der Hulst zegt, dat de nota betreffende de woningbouw en uitbreidingsplannen voor de raad een noodzakelijk gegeven is om mede te kunnen oordelen over de toekomstige woningbouw. Zijn fractie stelt dit overzicht dan ook bijzonder op prijs. Bij de verdeling van woningcategorieën moet naar sprekers mening de vra.ag van de woningzoekenden prevaleren. Zij zijn voor het grootste deel al inwoners van Heemstede of tenminste economisch aan onze gemeente gebonden. In de nota wordt Heemstede als woongemeente gekenschetst. Op de eerste plaats is het dan toch een woongemeente voor bovengenoem- de reeds met Heemstede verbonden mensen. Waarom moeten deze mensen verhuizen om plaats te maken voor niet-Heemstedenaren, die ook niet in Heemstede werken? Dat is toch onbillijk. Als er in Heemstede veel men- sen naar een ongesubsidieerde woning zoeken, moeten zij zich bij het huisvestingsbureau melden. Als zonder een aanvraag voor hen gebouwd wordt, is dat een gok en worden waarschijnlijk de meeste van die huizen door niet-Heemstedenaren bezet. Het is voor spreker geen uitgemaakte zaak dat de Heemstedenaren, die in de industriekernen werken, daar ook willen wonen zoals de wethouder gisteren zei. Er is nog steeds een „drem- pelvrees" voor het gebied ten noorden van het Noordzeekanaal. De afstand van b.v. Heemskerk tot de Hoogovens is ook niet zo gering en misschien wel in sommige gevallen even ver als de afstand van Heemstede tot de Hoogovens. Alle werknemers in de industrie bij die industrie te huisves- ten, lijkt spreker een utopie. Spreker meent dat in de gesubsidieerde séc- tor voldoende mogelijkheid tot verantwoorde woningbouw is die 50 jaar mee kan. Spreker heeft zich voorts afgevraagd of het woongenot in flats in de uitbreidingsplannen Schouwbroekerpolder en Geleerdenbuurt even groot zal zijn als het woongenot in eengezinshuizen. Het is hem uit een tijdschriftartikel bekend, dat hoogbouw met 3 woonlagen evenveel ruimte vergt als de bouw van eengezinswoningen. Blijkens de bestaande plannen zijn er flats met 7 en 8 woonlagen gepland. Spreker wil dat beslist niet tegenhouden want hij begrijpt, dat daardoor toch echt wel meer mensen gehuisvest kunnen worden dan oorspronkelijk in de plannen verdisconteerd was, maar hij wil er wel op wijzen, dat het woongenot van eengezins- woningen groter is dan dat van flatwoningen. Verder wil spreker zich volledig aansluiten bij het betoog van de heer Brandsma en primair stellen, dat zijn fractie voorstandster is, om van het totaal van 2300 woningen die gebouwd kunnen worden, er pl.m. 1400 in de gesubsidieerde sector en 900 woningen in de ongesubsidieerde sector te bouwen. Dat is dan een uitgangspunt. Hoe die verdeling over de verschil- lende gebieden loopt, is voor zijn fractie niet van groot belang. Zij wil wel zuiver stellen, dat zij het met de verdeling zoals die door de heer Brandsma wordt voorgestaan, beslist helemaal eens is. De heer Kooijmans zegt, dat de nota betreffende de woningbouw en de uitbreidingsplannen een program vormt voor de ontwikkeling van de structuur van onze gemeente. Terecht heeft het college als eerste vraag gesteld, hoe dit areaal van nieuwe woningen moet worden verdeeld. Aan welke behoefte moeten die 1900 volgens de aanvullende nota van 7 december bijna 2500 wonin- gen voldoen. Bij de verdeling van deze woningen over de in de nota genoemde 2 groepen, de gesubsidieerde en de niet gesubsidieerde woningen, is er blij- kens de nota verschil van inzicht gerezen in het college van burgemeester en wethouders, een verschil dat zich ook in de raad wel zal openbaren. Als we alleen de cijfers laten spreken, dan zou het redelijk kunnen zijn, het totaal aantal te bouwen woningen, na aftrek van de 325 thans te kort

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 42