18 december 1964
335
komende gesubsidieerde woningen, te verdelen op basis van de bestaande
sociale beroepsgroepen. Bij nadere beschouwing moeten we echter wel
tot de eonclusie komen, dat zulk een verdeling niet aanvaardbaar is.
Spreker zou gaarne al degenen, die een gesubsidieerde woning in onze
gemeente begeren, in onze gemeenschap willen opnemen en het genoegen
willen verschaffen van een forensenwoning te genieten, indien zij hun
werkzaamheden buiten onze gemeente hebben. Ieder heeft hier gelijke
rechten. Dat is spreker volkomen eens met de heer Brandsma. De vraag is
evenwei: wensen alle huidige forensen dit wel. De wethouder van openbare
werken heeft daarover reeds zijn twijfel uitgesproken, vooral als er ook
in de gesubsidieerde sector etagebouw wordt toegepast. Van degenen,
behorende tot de in de nota genoemde groep van werklieden en lagere
employé's, die hun werkzaamheden buiten onze gemeente verrichten en
dat zijn er niet minder dan 1466, zijn er ongetwijfeld velen, die in hun
werkgemeente geen kans op een woning hebben, omdat zij op de een of
andere wijze, door inwoning bij de ouders of schoonouders e.d., nog een
zekere binding met Heemstede hebben. Zij kunnen elders geen woning
bemachtigen en worden zo gedwongen forens te zijn. Thans behoeft het
voor hen financieel geen bezwaar te zijn, omdat hun reiskosten en soms
ook hun reisuren door hun bedrijf worden betaald. Maar hoe zal het wor-
den, indien de arbeidsmarkt niet zo krap meer is en het woningcontingent
ruimer? Heemstede is nu eenmaal geen industriegemeente. Zal een te
ruime uitbreiding van de bouw van woningwetwoningen zich niet wreken
in een leeg komen van deze woningen of een verhuur tegen lagere prijs
om arbeiders uit de omgeving aan te trekken? En dan verwachten we nog
een zekere doorstroming zodra er voor die doorstroming geschikte wonin-
gen komen. Ze zijn er nog niet.
In de nota wordt melding gemaakt van een aantal van 611 arbeiders en
lagere employé's die in Heemstede werkforens zijn. Daar er niet bij ver-
meld wordt of dit alleen mannelijke krachten zijn, neemt spreker aan, dat
hieronder ook huishoudelijk personeel begrepen is en dan zal het genoem-
de aantal de laatste jaren nog wel gedaald zijn. Moeten we in de toekomst
ook rekenen met uitbreiding van dit aantal? Van een spreker bekend
bedrijf in Heemstede wonen 60 van de bijna 90 employé's niet in Heem-
stede en daarvan zulien slechts enkelen een aanvrage doen voor een
woning in Heemstede.
Er moet toch wel enig onderscheid worden gemaakt tussen woningwet-
woningen en premiewoningen. Vele premiewoningen worden voor de ver-
koop gebouwd en de bewoners van deze premiewoningen, forensen zijnde,
zullen naar spreker meent sterker aan Heemstede gebonden blijven dan
de bewoners van woningwetwoningen.
Spreker wil, met hetgeen hij hier naar voren heeft gebracht, er op
wijzen, dat men voorzichtig moet zijn met het stellen van een prognose
ten aanzien van de toekomstige behoefte aan gesubsidieerde woningen, in
het bijzonder aan woningwetwoningen.
De gemeente Heemstede heeft haar uitbreiding en structuur verkregen
door woningbouw, die wij nu vrije sector zouden noemen. Spreker weet
wel, dat een grote groep van deze bouwers weggevallen is toen Indonesië
uitviel, maar het is bekend, dat zeer velen met graagte de kans grijpen
om zich hier te kunnen vestigen.
Als we die bouwers in de vrije sector, vooralsnog door geen grond daar-
voor beschikbaar te stellen, uitsluiten en alleen hun, die een maatschappe-
lijke binding met Heemstede bezitten, vestigingsvergunning willen geven,
zal Heemstede ontaarden in een aanvankelijk nog snel, maar later lang-
zaam groeiende gemeente van betrekkelijk monotone structuur. Niemand
kan ontkennen, dat men de levendige, gevarieerde en kleurrijke structuur
alleen kan handhaven indien aan forensen en rustende burgers ruime
gelegenheid wordt gegeven mede te bouwen aan een schone structuur van