18 december 1964 339 meer woningen voor beter gesitueerden zal moeten hebben. Daarom is spreker het met de verdeelsleutel van burgemeester en wethouders eens. Spreker wil nog enkele dingen over de verdere punten van de bouwnota zeggen. Hij sluit zich aan bij de mening van de heer Kooijmans over de woninggroepering. Ook heeft spreker met genoegen de heer Brandsma in die richting horen spreken toen hij het had over de overgang van de woningtypen. Dat is een goed idee. Spreker is het bepaald niet eens met de heer Kooijmans, dat de Geleer- denbuurt daarom geheel voor de vrije bouw is bestemd. De bedoeling van burgemeester en wethouders is, de bouw van premie- en woningwetwonin- gen aldaar mogelijk te maken. Bij de indeling van de bebouwing in die wijk is er naar gestreefd om aansluitend aan de daar bestaande huizen en geprojecteerde met een groot woord „bungalows" langs de Leidse- vaart, een overgang te verkrijgen naar woningwet- en premiebouw en dat lijkt spreker een gelukkige oplossing. Dat de Schouwbroekerpolder bestemd wordt voor in grote meerderheid vrije bouw, lijkt spreker zeer juist. Ook daarom juist, omdat deze wijk in de soort bebouwing zal aan- sluiten bij het gedeelte van Schalkwijk in Haarlem, dat ook voor vrije bouw wordt bestemd. In sprekers fractie is de vraag gerezen, of Heemstede niet zo gauw vol- gebouwd zal worden, dat wij buiten onze grenzen moeten kijken. Niet dat sprekers fractie zou willen annexeren, maar er is misschien een mogelijk- heid om in aansluiting aan de brug die bij de Glip over de Ringvaart komt, aan de kant van de Haarlemmermeer ook nog woningen te bouwen. Spreker ziet nog wel bezwaren in het volvoeren van het plan Geleerden- buurt, met name waar de plannen een van de buitens van Heemstede aan- tasten. Het bebouwen van het zuidelijk deel van Berkenrode acht spreker een zeer moeilijk punt en hierover is het laatste woord nog niet gesproken. Hierop komt spreker dan later nog terug. Sprekers fractie heeft getracht de bouwnota zo objectief mogelijk te bekijken. Zij heeft water in de wijn gedaan met betrekking tot de algeme- ne stelling, dat Heemstede zich moet ontwikkelen tot een bepaald soort woongemeente. Zijn fractie kan met de nota geheel instemmen. Wethouder Van Wijk wil dit zo moeilijke en netelige onderwerp zo nuchter en praktisch mogelijk benaderen omdat hij begrijpt dat vele sen- timenten hierbij kunnen binnensluipen die de zaak alleen maar kunnen vertroebelen. Daarbij kan ingecalculeerd worden dat de arbeiders van van- daag de welgesterden van morgen kunnen zijn. Diegenen die menen, dat zij zich moeten opwerpen als voorvechter voor een bepaalde groep, doen naar sprekers gevoelen die groep onrecht aan, door voor de verre toekomst de lijn uit te stippelen, alsof die groep moet blijven waar deze nu is. Spreker ziet een heel andere ontwikkeling in het maatschappelijk leven. Zoals spreker al zei, kunnen sentimenten hierbij gemakkelijk worden in- gevoerd. Het is gelukkig niet zo ver gegaan, dat men de cijfers 325 - 10 (van de ingeschreven woningzoekenden) zou willen aanhouden als zijnde de juiste verdeling. Dat had öök nog gekund. Ze zijn wel genoemd, maar niet in dat verband. Het komt spreker voor, dat het uitgangspunt van het college „wat kan ik nog doen" veel beter is dan „wat wil ik nog doen". Deze twee uitgangspunten kunnen met elkaar in strijd komen. Het uit- gangspunt van de nota komt het college nog steeds voor het meest juiste te zijn, n.l., wat kan in Heemstede nog gebouwd worden. Dan moet men zich baseren op wat op het moment volgens het streekplan nog mogelijk is, daarbij ook nog weer bedenkend en incalculerend, dat de pap niet zo heet gegeten wordt als ze wordt opgediend en dat in de randstad Holland nog wel meer gebouwd zal moeten worden dan de planologen zich op het moment voorstellen. Op een gegeven ogenblik zal men toch moeilijk kun- nen volhouden dat er in Nederland geen plaats meer is om te bouwen en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 47