348
18 december 1964
De heer Rutgers heeft verder gezegd, dat hij het eens is met de door
burgemeester en wethouders in de nota gehanteerde sleutel. Spreker zou
dat toch wel wat eoncreter willen zien. Hij heeft uit de nota een sleutel op
basis van 56 gesubsidieerde en 44 ongesubsidieerde bouw gehaald.
Als hij nu de wethouder hoort spreken over 50 - 50, dan wordt het hem
toch echt wel een beetje al te vaag. Spreker zou van de heer Rutgers wel
eens graag concreet willen horen of hij ook de sleutel 56 - 44 uit de nota
heeft gehaald.
De wethouder heeft gezegd, dat als maar meer in de vrije sector had
kunnen worden gebouwd, de zo gewenste doorstroming waarschijnlijk een
grotere kans zou hebben gehad. Spreker moet dan echter vragen hoe het
dan komt dat de in de Rivierenbuurt in de vrije sector gebouwde flats voor
een zeer groot gedeelte door niet-Heemstedenaren zijn bezet, terwijl hier
juist de mogelijkheid van doorstroming sterk aanwezig was. De door-
stroming is dus blijkbaar, ondanks de bouw in de vrije sector, mislukt.
Premiebouw binnen de gesubsidieerde sector geeft ook een kans om betere
woningen te bouwen. In die gesubsidieerde sector zit juist een nuancering,
want het hoeft niet allemaal precies woningwetbouw te zijn. Er is ook een
gesubsidieerde sector voor de betere bouw en dat is premiebouw. Spreker
gelooft dat over die verdeling, zij het in een veel later stadium, nog wel
het nodige zal worden gezegd.
Naar aanleiding van de uitbreidingsplannen die ter inzage hebben gele-
gen merkt spreker op, dat het gebied tussen Ringvaart, Van Merlenvaart
en Glipperweg nergens is genoemd. Spreker vraagt of dat terrein in de
nabije toekomst nog tot woongebied zal worden verklaard.
De heer Kooîjmans zegt uit de ontwerpen van de stedebouwkundig
adviseur te hebben begrepen, dat de wijken Geleerdenbuurt en Schouw-
broekerpolder in hoofdzaak bestemd zijn voor ongesubsidieerde woning-
bouw. Spreker heeft geen bezwaar tegen de bouw van premiewoningen in
die wijken indien deze een aanvaardbare vorm hebben.
De heer Brandsma: „Er is geen verschil tussen premie- en woningwet-
woningen."
De heer Kooijmans zegt, dat dat er van af hangt. Dat kan later nog
bezien worden wanneer de onderscheidene plannen aari de orde komen.
Spreker wil nog eens onderschrijven, dat hij voor de belangen van alle
groepen opkomt. Hij wil geen enkele groep uitschakelen want iedereen
heeft gelijke rechten of hij nu arbeider, ambtenaar, employé of meer-
gegoed is. Iedereen heeft naar zijn mening recht om hier te wonen. Spre-
ker heeft alleen het oog gehad op de structuur van de gemeente en de
mogelijkheden van goed, prettig en bevredigend wonen voor alle groepen.
De heer Butgers zegt, dat alle raadsleden het bevredigend wonen voor
alle groepen op het oog hebben. Spreker is het in hoofdzaak met de aan-
gegeven verhoudingen eens. Hij heeft de wethouder niet zo gauw kunnen
volgen en daarom houdt hij zich maar bij de nota. Hij gaat akkoord met
de verhouding 56 44. Als de wethouder zegt dat dat 50 50 moet zijn,
dan antwoordt spreker, dat hij van de nota is uitgegaan en dat hij het daar
in principe mee eens is. Hij vindt het jammer dat noch de heer Brandsma
noch de heer Van der Hulst geantwoord hebben op zijn argument dat de
cijfers van het huisvestingsbureau hoogstens een indicatie geven voor de
huidige woningbehoefte en voor hetgeen dan allereerst gebouwd zou moe-
ten worden, doch niets zeggen over de gewenste structurele opbouw van
Heemstede op de lange duur. De heer Van der Hulst n.l. is zeer sterk uit-
gegaan van de cijfers van het huisvestingsbureau. Spreker ziet wel de
noodzaak in van een primaire bouw van woningwetwoningen, maar hij
meent dat hieraan ten onrechte het argument ontleend is voor een gelijke