18 december 1964
361
staren waardoor men de dingen minder scherp ziet en alles veel mooier
lijkt, het bruggetje daar wel aardig ligt, maar hij is het met de heer Zeg-
waart eens, dat deze brug gevaar voor het verkeer oplevert. Schoonheid
moet ook wel eens wijken voor praktische dingen. Spreker gelooft echter
dat er voor Heemstede niets aan verloren gaat als een deel van de Blekers-
vaart gedempt wordt.
De heer Scheer heeft tot zijn genoegen van de wethouder vernomen dat
het gedempte stuk vaart eigendom van de gemeente blijft. Spreker kan
dus zonder bezwaar zijn auto de hele dag op dat gedempte stuk laten
staan.
Wethouder Van Wijk: „Niet voor de uitgang. Dat is verboden."
De heer Scheer: „Rechten kan die firma hier dus niet doen gelden."
De voorzitter zegt, dat het betreffende bedrijf natuurlijk het recht heeft
op dat stuk te laden en te lossen. Wanneer dat belemmerd wordt, doordat
daar auto's staan, zullen die auto's verwijderd worden.
Wethouder Van Wijk zegt, dat er geen recht in wettelijke zin is om die
auto's te verwijderen. Wanneer men echter een firma toestaat om op eigen
kosten een stuk vaart te dempen, gaat het z.i. niet aan daar een algemene
parkeerplaats van te maken. Die firma heeft op deze plaats een moreel
recht. Spreker noemt het niet juist dat een dergelijke gedachte zelfs
maar bij iemand kan opkomen.
De voorzitter kan niet aannemen dat een raadslid zo obstructief zou wil-
len werken.
De heer Scheer vindt dat een andere zaak. Het antwoord van de wet-
houder heeft hem niet bevredigd, behalve ten aanzien van het punt dat de
grond niet aan Albert Heijn is overgedragen.
De wethouder heeft gezegd, dat in 1961 de voorgedane ontwikkeling niet
is kunnen worden voorzien. Dat wil spreker best geloven. Ook zegt de wet-
houder dat niet is vooruitgelopen op een eventuele demping van de Ble-
kersvaart. Maar dan herhaalt spreker wat hij zojuist al gezegd heeft, n.l.
dat alle aanwonenden de gelegenheid is geboden om van de gemeente ook
zo'n stuk gedempte vaart ter beschikking te krijgen voor uitgang en voor
laden en lossen e.d. Dat blijkt uit een circulaire van het college aan de
aanwonenden. Als die mensen allemaal gezegd zouden hebben dat zij daar
voor voelden, dan was binnen een of twee maanden het overige stuk van
de Blekersvaart ook gedempt geweest. Dat blijft spreker toch een voor-
uitlopen vinden op een beslissing die nog door de raad genomen moet
worden.
Wethouder Van Wijk antwoordt, dat burgemeester en wethouders blj de
voorbereiding van een eventueel voorstel aan de raad om tot demping van
de Blekersvaart over te gaan, het wenselijk hebben geacht te onderzoeken
in hoever de aanwonenden bereid zijn de kosten mede te dragen. Meer is
er niet gebeurd. A1 hadden ze allemaal ja gezegd dan was er niets anders
gebeurd, dan dat burgemeester en wethouders de zaak aan de raad zouden
hebben voorgelegd met de bereidverklaring van de aanwonenden er bij.
De heer Kooijmans wil zich graag aansluiten bij het gesprokene door
de heer Zegwaart. De Blekersvaart is geen sierwater; althans het noorde-
lijk gedeelte. Het is ook geen vaarwater. Het enige nut van de vaart
bestaat in het opnemen van het ondergronds stromend regenwater van de
hogere gronden van Kennemerduin en Kennemeroord. Die mogelijkheid
moet blijven bestaan en daar moeten maatregelen voor genomen worden.
Aangezien de Blekersvaart geen andere bestemming heeft en alleen maar
t°t narigheid aanleiding geeft, kan demping alleen maar voordeel beteke-
nen.