366
18 december 1864
onder lijden. Het organiseren van collecten is nog veel erger dan het gaan
langs de huizen, want iedereen moet gesmeekt worden of zij nog eens een
keertje wil collecteren. Spreekster heeft in de commissie voor sociale
zaken al uiteengezet, dat hoofdzakelijk vrouwen dit werk doen. Zij heeft
eens een keer een man zover gekregen dat hij ging collecteren en toen hij
het gedaan had zei hij: ,,Vindt u dit nu eigenlijk niet een mensonwaardig
werk?". Spreekster heeft toen gezwegen en gedacht, je hebt gelijk. Velen
snakken naar een andere oplossing. Spreekster heeft met grote schrik
van de heer Enschedé menen te beluisteren, dat hij in bepaalde omstandig-
heden subsidies zou willen verlagen hetgeen volgens haar zou meebrengen,
dat het collectewezen nog weer zou toenemen. Spreekster beoogt niet het
collecteren te beperken, zoals in het antwoord van burgemeester en wet-
houders staat, maar zij wil het collecteren vervangen door een ander
systeem van inzamelen. Zij heeft daar bepaalde ideëen over en sommige
mensen zeggen dat die inderdaad uitvoerbaar zijn. Spreekster neemt aan
dat het wel de moeite waard is om het eens te proberen. Zij heeft alleen
maar de stimulans van het college van burgemeester en wethouders nodig
om de verschillende verenigingen, die volgens het collecteschema jaarlijks
collecteren, bij elkaar te roepen. Zij begrijpt heel goed dat vele raadsleden
en zelfs de leden van haar fractie, van oordeel zullen zijn, dat het particu-
lier initiatief hier werkzaam moet zijn, maar zij dacht, dat, om de eerste
stoot te geven, toch een of ander centraal lichaam nodig was en dat dan
verder uit de verenigingen een bestuur gevormd zou kunnen worden dat
tracht hier tot een oplossing te komen. Zij zal dus berusten in het ant-
woord van burgemeester en wethouders. Zij zal misschien trachten een
andere oplossing te vinden, maar zij weet niet of dat zal lukken. Nog-
maals, spreekster is een illusie armer en er zullen wel veel collectes blij-
ven.
Punt 82.
De heer Verkouw zegt, dat het coliege antwoordt, dat spoedig een beslis-
sing in deze zaak zal worden genomen. Het is z.i. noodzakelijk dat de weg
wordt gewezen naar de bezienwaardigheden en de recreatiegelegenheden
in de gemeente. Kort geleden is daarover nog uitvoerig in de raad gespro-
ken. Hier ligt niet in de eerste plaats een taak voor de raad maar voor het
college van burgemeester en wethouders. Daarom zou spreker willen vra-
gen of de raad in een of andere vorm kennis mag nemen van het besluit
van burgemeester en wethouders.
De voorzitter heeft daar geen bezwaar tegen.
De voorzitter stelt voor, de volgende begrotingen en begrotingswijzi-
gingen voor 1965 vast te stellen of goed te keuren:
Gasbedrijf, op de gewone dienst aan inkomsten en uitgaven aanwijzend
een totaal bedrag van 1.250.000 en op de kapitaaldienst aan inkomsten
en uitgaven een bedrag van 94.623,39.
Duinwaterbedrijf, op de gewone dienst aan inkomsten en uitgaven aan-
wijzend een bedrag van 294.590 en op de kapitaaldienst aan inkomsten
en uitgaven een bedrag van 21.958,61.
Elektriciteitsbedrijf, op de gewone dienst aan inkomsten en uitgaven
aanwijzend een bedrag van 1.831.120 en op de kapitaaldienst aan inkom-
sten en uitgaven een bedrag van 140.333,43.
Openbare Werken, op de gewone dienst aan inkomsten en uitgaven aan-
wijzend een bedrag van 2.815.536,56 voor paragraaf 1 en 2.738.099,56
voor paragraaf 2 en op de kapitaaldienst aan inkomsten en uitgaven een
bedrag van 82.514,60.
Grondbedrijf, op de gewone dienst aan inkomsten en uitgaven aan-