30 januari 1965 41
i brandende riet uit te zagen, hetgeen aanvankelijk scheen te gelukken. In
dit stadium kwam ondergetekende ter plaatse. Na overleg met de heer
Bekman is een straal achterom de woningen gelegd, om hiermede via een
i inmiddels in het dak van perceel no. 30 gezaagd gat het pand no. 28 te
beschermen. Het vuur is toch doorgeslagen. Daarna is een straal uitgelegd
naar de zolder van no. 28, waar geen toegang tot de kap was te vinden.
Met een breekijzer is een toegang geforceerd."
Of tevoren al een poging ondernomen was om het riet uit te hakken,
blijkt uit het rapport niet. Spreker kan hierover niets met zekerheid zeg-
gen.
De heer Butgers zegt, dat nu natuurlijk over deze brand wordt gespro-
ken, teneinde eenzelfde situatie in de toekomst tegen te gaan. Het gaat
er niet om naar gemaakte fouten te zoeken alleen maar om de fouten,
maar het gaat om de vraag of in het vervolg mag worden verwacht, dat
het anders zal gaan en op dat punt is spreker nog niet gerust. Er wordt
voortdurend gesproken over de waarnemend commandant. Spreker leest
in het rapport dat een brandmeester de leiding had. Is dat de waarnemend
commandant? Is deze waarnemend commandant even goed op de hoogte
en even ervaren als de commandant? Zo niet, kan er dan niet iets ver-
beterd worden zodat de plaatsvervanger van de commandant even goed op
de hoogte is als de commandant zelf? Er staat in het rapport, dat de
brandmeester de eerste verkenning heeft verricht, waarbij niets te vinden
was. Het bevreemdt spreker dat, terwijl het om een rieten dak ging, men,
ondanks dat er niets te vinden was, op dat moment niet is gaan hakken,
hetgeen, naar spreker meent, dan toch moet geschieden. Sprekers vraag
is dus, zit in het brandweerkorps de opbouw en de waarneming van de
diverse functies volkomen goed
De voorzitter wist niet waar de brand was. Hoe kwam dat? Was de
brandmelding niet volledig of niet goed. Hoe gaat dat dan?, wordt niet
doorgegeven waar de brand is Hebben wij een nevelspuit Is die niet
nodig voor dergelijke branden? Het lijkt er op, dat er in een te laat sta-
dium is gehakt, maar bovendien scheen dat aanvankelijk te gelukken en
toen toch weer niet. Het wil spreker aan de hand van het rapport voor-
komen, dat het niet helemaal goed gelopen is; dat kan dus ook beter. Wat
de waterdruk betreft moet spreker afgaan op wat de voorzitter zegt, maar
de brandslangen hebben wel 20 minuten slap gehangen en dat geeft toch
aan omstanders een wonderlijk idee. Uit het rapport blijkt, dat spuiten
op een rieten dak geen bluseffect heeft, maar dat is juist naar sprekers
idee in het begin gedaan en dan nog een tijdlang met slaphangende slan-
gen.
Met betrekking tot de oproep van de Haarlemse brandweer ziet spreker
nu juist daarin een taak voor de loco-burgemeester. Natuurlijk kan hij bij
de brandblussing geen bevelen geven, maar spreker dacht, dat er mis-
schien aan de communicatie iets had ontbroken en dat een telefoontje met
de melding: „ik ben de hoogste chef en ik verzoek onmiddellijk gehoor"
beter zou zijn geweest. Hoe gaat die communicatie Wie heeft het recht
om de Haarlemse brandweer te hulp te roepen? Is er niet eerst gezegd:
„we moeten eerst een hogere meneer hebben die dat doet?" Hoe is het
gegaan
Onze brandweer heeft overigens natuurlijk haar best gedaan, dat staat
als een paal boven water. Zij heeft een bijzonder moeilijke taak, omdat ze
altijd aan de weg timmert en nogmaals het gaat niet om de fouten van nu,
maar om fouten in de toekomst te voorkomen. Spreker blijft het een won-
derlijke passage in het rapport vinden, dat de brandweer trots is op het
feit, dat het dak van no. 30 voor een deel is gespaard gebleven. Daaris juist
de brand begonnen. Dat dak heeft men dus op een of andere wijze nat
kunnen houden. Daama is het vuur doorgeslagen naar no. 28 en het dak