30 januari 1965
9
sing. Mocht het ooit voorkomen dat op korte termijn een beslissing' moet
worden genomen, dan is het altijd mogelijk een speciale raadsvergadering
uit te schrijven. Sprekers grootste bezwaar is, dat, als het benoemings-
recht bij burgemeester en wethouders ligt daar zijn wij nu eenmaal
mens voor de keuze gemakkelijker gemaakt zal worden dan wanneer
burgemeester en wethouders verplicht zijn een voordracht aan de raad
voor te leggen. Iedere voordracht aan de raad zullen burgemeester en wet-
houders ongetwijfeld serieuzer bekijken. Burgemeester en wethouders
ontkennen dat natuurlijk, maar spreker van zijn kant houdt dat vol.
Wethouder Corver meent, als hij zich goed herinnert, in de commissie
voor het onderwijs te hebben gezegd, dat het natuurlijk altljd mogelijk is
°ver de zaken van een benoeming in de commissie te spreken, hetzij ach-
teraf of tevoren, zodat spreker in ieder geval een toelichting op de benoe-
mmg kan geven. In een bijzonder geval zou het natuurlijk ook mogelijk
zijn de onderwijscommissie daar apart voor bijeen te roepen. Spreker ziet
niet in dat dat met de wet in de hand niet mogeiijk zou zijn. Hij bestrijdt
de mening van de heer Rutgers dat burgemeester en wethouders bij een
voordracht aan de raad serieuzer tewerk zouden gaan dan wanneer zij
zelf kunnen benoemen. Bovendien zouden burgemeester en wethouders
voor deze benoemingen altijd door de raad ter verantwoording kunnen
worden geroepen. Spreker kan het moeilijk als een argument aanvaarden.
Nogmaals, het grote bezwaar van het niet delegeren zou kunnen zijnen
dat is ook de hoofdreden voor het college geweest om deze gang van zaken
voor te stellen dat Heemstede t.z.t. ten opzichte van andere gemeenten
in het nadeel komt. Als andere gemeenten van de ene op de andere dag
een benoeming kunnen doen en wij kunnen dat niet, dan kan datspre-
ker zegt niet dat dat bij elke benoeming het geval zal zijn een nadeel
zijn. Als de raad zeer sterk op het standpunt zou blijven staan dat hij deze
delegatie liever niet verleent, dan is sprekers persoonlijke mening, dat hij,
op het ogenblik althans, nog geen dringende behoefte heeft om dezé
benoemingsbevoegdheid naar het cöllege te trekken.
De voorzitter zegt, dat voorheen de benoeming van onderwijzers in elke
gemeente door de raad moest geschieden. Dat is veranderd doordat er nu
een mogelijkheid is om het college te doen benoemen. Nu kunnen er twee
dingen gedaan worden. Het voorstel zou aangehouden kunnen worden ten-
einde eens na te gaan hoeveel gemeenten het benoemingsrecht gaan dele-
geren en Heemstede daardoor in een zeer nadelige positie zou komen te
verkeren, welk onderzoek tot omliggende gemeenten zou kunnen worden
beperkt, ôf er kan nu over deze zaak gestemd worden. Persoonlijk voelt
spreker er voor om te onderzoeken of andere gemeenten wellicht min
of meer concurrerende gemeenten, zo mogen deze in dit opzicht toch wel
genoemd worden werkelijk het voordeel hebben of zullen krijgen dat zij
snel kunnen beslissen omdat in die gemeenten het college wêl kan benoe-
men. Mocht dat niet het geval zijn, dan zou de bestaande toestand gehand-
haafd kunnen blijven.
Mevr. Gaasterland meent, dat men dan een vergelijking moet maken
met gemeenten in dezelfde orde van grootte, want het is natuurlijk begrij-
pelijk, dat in grote gemeenten als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag
het delegeren van het benoemingsrecht wel efficiënt is.
De voorzitter is van mening dat, als iemand in Heemstede solliciteert,
hij bedoelt in Kennemerland zijn werk te gaan uitoefenen en zeker niet
in grote steden zal willen werken.
Mevr. Cohen is van oordeel, dat de aantrekkelijkheid van Heemstede
t°ch wel in de beschouwing van deze zaak moet worden betrokken. Zij
vindt dat het heel weinig zegt als andere gemeenten, die lang niet zo aan-
trekkelijk zijn als de onze, delegeren.