25
2e afd.
25 februari 1965
de bij zijn functie behorende salarisschaal wordt verkregen op 1 janu-
ari.
2. Het salaris van een niet-volwassen ambtenaar, als bedoeld in het
eerste lid, wordt vastgesteld op het minimum-bedrag der bij zijn func-
tie behorende salarisschaal, verminderd met een bedrag, gelijk aan de
eerste jaariijkse verhoging, voor elk jaar, dat hij jonger is dan 21 jaar
met dien verstande, dat aanspraak op verhoging van salaris ontstaat
op 1 januari van het jaar, waarin een hogere leeftijd wordt bereikt.
3. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing op de hulpassis-
tente bij de gemeentelijke openbare leeszaal en bibliotheek.
4. Ingeval van bevordering zal een ambtenaar als bedoeld in het eerste
lid niet in een minder gunstige toestand mogen komen dan hij ver-
keerde in de functie vöör de bevordering en zal zijn wedde in de nieuwe
functie te allen tijde uitgaan boven de wedde, welke de ambtenaar in
de verlaten functie zou hebben genoten.
Artikel 5.
BUrgêméestéf én wethouders kunnen op grond van niet-volledige werk-
tijd het salaris vaststellen op een lager bedrag dan ingevolge de bepalin-
gen van deze verordening voor de ambtenaar zou gelden.
Artikel 6.
Burgemeester en wethouders zijn bêvôêgd bij mêér dän gewone be-
kwaamheid, geschiktheid en dienstijver extra salaris-anciënniteit toe te
kennen.
Artikel 7.
Met ingang van de eerste dag der maand, waarin hij de 62-jarige leef-
tijd bereikt, wordt aan de ambtenaar het maximum van het aan zijn func-
tie verbonden salaris toegekend.
Artikel 8.
1. Aan de ambtenaar, aan wie naar het oordeel van burgemeester en wet-
houders zodanige eisen gesteld worden, dat zijn positie of taak een
bijzonder karakter draagt of die naar het oordeel van burgemeester en
wethouders bijzondere persoonlijke eigenschappen bezit, welke voor
de vervulling van zijn betrekking van belang zijn, wordt door hen een
vaste of tijdelijke toelage verleend.
2. Voorts wordt een vaste of tijdelijke toelage toegekend in andere, naar
het oordeel van burgemeester en wethouders, bijzondere gevallen.
3. Een vaste of tijdelijke toelage kan worden ingetrokken, indien de re-
denen, op grond waarvan de toelage is toegekend, niet meer aanwezig
zijn.
4. Een vaste of tijdelijke toelage kan niet meer bedragen dan 20% van
het salaris.
Artikel 9.
1. Wanneer het salaris van een ambtenaar, die de leeftijd van 24 jaren
heeft bereikt, en die werkzaam is in een functie met een volledige dag-
taak, minder bedraagt dan f 478,90 per maand, wordt hem door burge-
meester en wethouders een vaste toelage toegekend, gelijk aan het ver-
schil.
2. Bij een deelbetrekking wordt het minimum-salaris, genoemd in het
eerste lid, naar evenredigheid bepaald.
3. De toelage, bedoeld in het eerste lid, komt geheel of gedeeltelijk te ver-