25
2e afd.
25 februari 1965
vallen, naar gelang het daar bedoelde verschil door vermeerdering van
salaris-anciënniteit wordt opgeheven.
4. Voor de toepassing van dit artikel worden onder salaris mede verstaan
de huurcompensatie, waarop belanghebbende aanspraak heeft, alsmede
toelagen, verleend op grond van deze verordening, doch met uitzonder-
ring van de toelagen, genoemd in artikel 11.
Artikel 10.
1. Aan de bode-concierge van het Raadhuis wordt voor conciergewerk-
zaamheden buiten de normale diensttijd een vaste toelage toegekend
van 147,per maand, alsmede vrije verlichting der woning.
2. Aan de bode-concierge van het bijgebouw van het Raadhuis wordt een
vaste toelage toegekend van f 122,per maand voor het schoonma-
ken der lokalen van de openbare leeszaal en bibliotheek.
3. Voor schoonmaakwerkzaamheden buiten de normale diensttijd wordt
aan de concierge van de Bronsteeschool een vaste toelage toegekend
van f 99,per maand.
Artikel 11.
1. De bode-concierge van het Raadhuis en de bode-concierge van het
bijgebouw van het Raadhuis genieten een vaste kledingtoelage van
f 22,per maand en de meteropnemer-geldophaler een vaste kleding-
toelage van f 15,per maand.
2. Aan bepaalde ambtenaren of groepen van ambtenaren kan, voor zover
de door hen te verrichten werkzaamheden dit noodzakelijk maken,
dienstkleding worden verstrekt overeenkomstig door burgemeester en
wethouders te stellen regelen, de hoofden van dienst gehoord.
Artikel 12.
1. Burgemeester en wethouders stellen regelen vast, op grond waarvan
aan ambtenaren, die in het bezit zijn van diploma's, welker bezit geen
vereiste is voor de functie, die zij bekleden, vaste toeiagen worden toe-
gekend.
2. De in het eerste lid bedoelde toelagen bedragen in totaal niet meer
dan 46,per maand.
3. De in dit artikel bedoelde toelagen worden toegekend met ingang van
de eerste dag van de maand, waarin de ambtenaar het diploma of de
akte behaald heeft.
Artikel 13.
1. Aan de mannelijke ambtenaar, die gehuwd of gehuwd geweest is en
de 21-jarige leeftijd heeft bereikt, wordt een huwelijkstoelage toege-
kend van f 52,per maand, met dien verstande, dat de som van het
salaris en de huwelijkstoelage niet mag stijgen boven het maxi-
mum van de voor hem geldende salarisschaal en de wedde met inbe-
grip van de huwelijkstoelage nimmer meer mag bedragen dan 521,
per maand.
2. Het bepaalde in het vorige lid is mede van toepassing op de vrouwe-
lijke ambtenaar van tenminste 21 jaar, die gehuwd en kostwinster is
dan wel gehuwd is geweest en niet is hertrouwd.
3. De huwelijkstoelage gaat in op de eerste dag van de maand, waarin de
aanspraak is ontstaan.
4. Voor de toepassing van dit artikel komen niet in aanmerking de ambte-
naren, die de door burgemeester en wethouders aangewezen functies
bekleden, alsmede de ambtenaren wier betrekking naar het oordeel van
burgemeester en wethouders ais nevenbetrekking is te beschouwen,