61 25 februari 1965 De commissie kan zich met de haar voorgelegde rekening over 1963 tot de bovengenoemde bedragen verenigen en stelt mitsdien voor deze onver- anderd voorlopig vast te stellen. Zij adviseert voorts de staat van nog te doene betalingen, als nog te betalen aangevende een bedrag van f 100,en de staat van oninbare en nog te verhalen posten, aangevende als nog te verhalen een bedrag groot f 1 412,90, ongewijzigd vast te stellen. Zoncler hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. RONDVRAAG 5-daagse schoolweek Mevr. Vriesendorp heeft tot haar grote ontsteltenis gehoord, dat er tijdens haar afwezigheid een besluit is genomen betreffende de 5-daagse schoolweek. Zij zou graag weten hoe dat kan. Er is dus na advies van de onderwijscommissie door het college het besluit genomen, voor alle openbare lagere scholen voor het hele jaar de 5-daagse schooivveek in te voeren. Spreekster vraagt of de raad daar geen bemoeienis mee heeft. Zij vindt het jammer dat dit besluit genomen is, want zij heeft er indertijd sterk voor gepieit om de 5-daagse schoolweek niet in te voeren. Dat pleidooi heeft blijkbaar totaal geen indruk op het college gemaakt. Kan het college zomaar zeggen, dat die arme kindertjes een 5-daagse school- week nodig hebben en de onderwijzers nog veel meer? Spreekster begrijpt wel dat het in overleg met de inspectie van het l.o. is gedaan, maar gaat dat nu helemaai buiten de raad om Wethouder Corver antwoordt, dat het college bepaald niet enthousiast was voor de 5-daagse schoolweek. Burgemeester en wethouders hebben een besluit in deze richting zolang mogelijk uitgesteld, omdat zij meenden, dat het voor het onderwijs beter was om de 6-daagse schoolweek te hand- haven. Het is helemaal niet zoals Mevr. Vriesendorp zegt, dat de mening van de onderwijscommissie geen enkele invloed op de overwegingen van het college zou hebben. De onderwijscommissie waarin deze zaak wel dege- lijk opnieuw in afwezigheid van Mevr. Vriesendorp is besproken, heeft echter, evenals het college, voor de algemene gang van zaken in het gehele land het hoofd moeten buigen. Overal in den lande gaat voor het lager onderwijs de 5-daagse schoolweek gelden. Burgemeester en wethou- ders hebben in overleg met de inspecteur van het lager onderwijs en met de hoofden van de scholen gesproken over het leerprogramma en het les- rooster, omdat het zo moet zijn, dat er voldoende tijd voor de verschillende va.kken overblijft. Het aantal beschikbare uren voor de diverse vakken blijft gelijk. Men kan er natuurlijk wel bezwaar tegen hebben dat het leer- programma wat in elkaar wordt gedrukt en dat is onmiskenbaar het geval, maar als alle grote steden en alle omliggende gemeenten de 5-daagse schoolweek invoeren, dan kan Heemstede, ook al in verband met het aantrekken van personeel, dat, wanneer het hier solliciteert, direct infor- meert of er een 5-daagse of 6-daagse schoolweek is, op den duur geen uitzonderingspositie blijven innemen. Het gereglementeerde werkende deel van ons volk werkt tegenwoordig 5 dagen. Spreker meent dat, als het kan, het dan niet aangaat om het onderwijzend personeel die 6-daagse werk- week te laten houden. A1 met al zijn burgemeester en wethouders, spreker mag wel zeggen helaas, tot de conclusie moeten komen, dat het niét anders kon dan dat zij ook de 5-daagse schoolweek gingen invoeren. Daar zit een onvermijdelijkheid in waaraan het college niets kan doen. Mevr. Vriesendorp vindt het een nare zaak. Zij begrijpt uit het betoog van de wethouder dat Heemstede gewoon mee moet doen omdat het hele land dit gaat doen en dat het dus niet tegen te houden is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 16