25 februari 1965
50
het kan natuurlijk altijd wel eens gebeuren dat, a's men plannen geëffec-
tueerd ziet, het resultaat niet meevalt. Persoonlijk is dit pompstation
spreker een beetje tegengevallen.
De heer Kutgers: ,,Ik heb indertijd tegengestemd".
De heer Verkouw: ,,Maar op andere gronden".
Het ingekomen stuk wordt vervolgens, zonder hoofdelijke stemming,
voor kennisgeving aangenomen.
De heer Rutgers heeft bij de ingekomen stukken een brief dd. 10 februari
1965 van de heren Tichelaar en Veldhuys, die mede aan de raad was ge-
richt, gemist.
De voorzitter antwoordt, dat die brief aan burgemeester en wethouders
en aan de raadsleden is gericht. In het college is nog niet beslist of dit nu
een aan de raad gericht stuk is. Het is nog niet aan de raad voorgelegd
omdat burgemeester en wethouders menen dat het niet bij de raad behoort.
Mocht blijken dat het schrijven wél aan de raad overgelegd behoort te
worden, dan zal het in de volgende vergadering worden behandeld.
De heer Rutgers steit er prijs op dat een brief met het adres „aan heren
burgemeester en wethouders en aan de raad der gemeente Heemstede"
ook beschouwd wordt als te zijn geadresseerd aan de raad en dan in de
eerstvolgende vergadering na ontvangst bij de ingekomen stukken wordt
vermeld. Ais burgemeester en wethouders dan voorstellen, dat zij het stuk
nog een maand in beraad willen houden, gaat spreker daar zeker mee
akkoord.
De voorzitter zegt, dat er twee verschillende adresseringen in omloop
zijn. Burgemeester en wethouders hebben zich te houden aan de adressering
van de brief zoals zij die ontvangen hebben. Deze luidt: „aan edelachtbare
heren burgemeester en wethouders en de raadsleden der gemeente Heem-
stede". Persoonlijk wil spreker niet al te formeel zijn, maar het college
zal nog moeten beslissen of dit een aan de raad gericht stuk is. Spreker
heeft nu gehoord, dat verschillende leden een stuk met een andere
adressering hebben ontvangen. Dat zal mede bij de beslissing van burge-
meester en wethouders of het stuk alsnog aan de raad zal worden voor-
gelegd, van invloed zijn.
Op de behandeling van de brief vooruitlopend, kan spreker wel mede-
delen, dat de in die brief behandelde materie inmiddels weer is gecontro-
leerd, waarbij niet gebleken is, dat er ook maar in enig opzicht in strijd
met de bouwvergunning is gehandeld.
De heer Brandsma wil graag iets zeggen over het ter inzage gelegde
stuk als antwoord van burgemeester en wethouders op een in de raadsver-
gadering van januari gestelde vraag. Spreker is van mening, dat het van
het college wel een beetje vrijmoedig is om dit een antwoord op de gestelde
vraag te noemen. Hij vindt het jammer dat de notulen van die vergadering
nog niet verschenen zijn, zodat hij niet aan de hand daarvan kan aantonen
hoe hij de vraag precies geformuleerd heeft, maar hij meent gevraagd te
hebben, wetende dat er over de toestand van die woningen een rapport
zou verschijnen, of het college bereid was de behandeling van dat rapport
op de agenda te plaatsen van de eerstvolgende vergadering van de com-
missie voor openbare werken. Nu is het wel leuk dat het rapport inmid-
dels verschenen zijnde, voor de raad ter inzage heeft gelegen, maar dit
beantwoordt toch niet aan het oogmerk waarvoor spreker de vraag had
gesteld. Spreker had n.l. graag in de commissie voor openbare werken,
eventueel ook de commissie voor de volkshuisvesting, eens over de ver-
betering van deze woningen willen discussiëren, zodat de raadsleden t.z.t.,
wanneer er een beslissing moet worden genomen over wat er aan deze