51
25 februari 1965
woning-en moet gebeuren, behoorlijk zijn voorgelicht.
In dit verband zou spreker er ook nog eens op willen aandringen, dat
de notulen van de raadsvergaderingen in de eerstvolgende vergadering
kunnen worden vastgesteld. Het moet z.i. toch mogelijk zijn in een tijds-
bestek van 3-3^ week de notulen samen te stellen. Spreker weet dat er
veel werk aan de uitwerking verbonden is en dat zij tevoren aan de
raadsleden voor eventuele correcties worden toegezonden. Z.i. moeten de
raadsledeji het toch kunnen opbrengen om het concept ten spoedigste, bij
wijze van spreken per kerende post, terug te zenden. Spreker zou er z'elfs
wel de voorwaarde aan willen verbinden, dat, wanneer een raadslid het
concept niet binnen 3 dagen terugzendt, hij geacht wordt er mee akkoord
te gaan. Dan kunnen de notulen vlot worden afgewerkt en in de volgende
vergadering worden vastgesteld. Het is lastig om te spreken over datgene
wat in een vorige vergadering is gezegd als de notulen niet beschikbaar
zijn. Dat kan altijd aanleiding geven tot meningsverschii.
De voorzitter antwoordt, dat het rapport van de Woningraad is gericht
aan het bestuur van de Woningstichting ,,Heemstede", Spreker meent, dat
het college juist gehandeld heeft door het bestuur van de stichting te
vragen met voorstellen te komen. Uiteraard zullen deze voorstellen dan
eventueel moeten worden omgewerkt tot raadsvoorstellen, waarna het
raadsvoorstel en het rapport in de commissie voor openbare werken zal
worden behandeld. De heer Brandsma heeft zijn vraag ook al in de com-
missie voor openbare werken gesteld en spreker heeft toen, vooruitlopend
op datgene wat hij meende dat het college wel zou beslissen, gezegd, dat
er niet het minste bezwaar tegen was. Het gaat niet om procedures, maar
om de vraag hoe deze zaak spoedig in orde kan worden gemaakt, zodat
spreker meent te kunnen toezeggen, in de eerste plaats als voorzitter van
de commissie voor openbare werken, maar hij meent ook te kunnen spre-
ken namens het college, dat er niet het minste bezwaar tegen bestaat
dat in de eerstvolgende commissievergadering dit rapport één van de
agendapunten zal uitmaken.
De heer Van der Linden is het met de heer Brandsma eens, dat deze
zaak in de commissie voor openbare werken wordt behandeld alvorens
de definitieve voorstellen van het college aan de orde komen.
De voorzitter zegt, dat daar misschien in dit uitzonderlijke geval geen
bezwaar tegen bestaat, maar dat het college zich niet voorstelt deze
procedure een permanente te doen zijn. Omdat het over zoveel technische
kwesties gaat, zai spreker deze zaak gaarne aan de technische heren van
deze commissie, die hij altijd met grote waardering aanhoort, voorleggen,
opdat de beste weg gevonden wordt.
De heer Zegwaart acht het toch wel goed op te merken, dat de woning-
stichting Heemstede op 15 maart het rapport van de Woningraad en de
brief van burgemeester en wethouders zullen behandelen. De eerstvolgende
raadsvergadering is tien dagen daarna. De stichting zal dan moeten
zorgen, dat zij spoedig een verslag van die behandeling bij burgemeester
en wethouders indient. De tijd lijkt spreker nogal kort om nog vôôr de
raadsverkiezing van 25 maart voor deze belangrijke zaak de commissie
voor openbare werken in te schakelen. Spreker zou er bovendien prijs
op stellen, dat de commissie voor de volkshuisvesting gelijk met de com-
missie voor openbare werken zou bijeenkomen.
De voorzitter wil overwegen of er een datum te vinden is, vôôrdat het
bestuur van de woningstichting bijeenkomt, waarop deze zaak in een
gecombineerde commissievergadering kan worden behandeld.
De heer Van der Linden zou toch wel graag zien dat de behandeling
niet te overhaast gebeurt, want hier is een materie aan de orde die een