25 maart 1965
76
ciaal met het oog op de woningwetbouw. Het valt spreker daarom tegen
dat de beide wethouders geen cijfers in portefeuille hebben en dat alleen
wordt gezegd: koop dat zaakje maar voor een miljoen en dan zullen we
verder wei zien. Dat heeft spreker niet bevredigd.
De heer Willemse zegt, dat de door hem gestelde vraag eigenlijk twee-
ledig was. Hij wil deze nog nader toelichten. Spreker meent dat een prijs-
sphtsmg toch wel nut zou kunnen hebben i.v.m. eventuele volgende grond-
aankopen, want dan kan men verwijzen naar een prijs van f 5,50. De
verkoper zal dan niet kunnen tegenwerpen, dat de gemeente eld'ers in-
pandige grond heeft gekocht voor f 12,50.
Verder is spreker van mening, dat het toch wel wat uitmaakt mis-
schien ziet hij het verkeerd maar dan hoort hij het graag of bij het
realiseren van bepaalde bouwplannen, de werkelijke grondprijs in rekening
wordt gebracht. Natuurlijk wordt de aankoopprijs nog enorm verhoogd
met de kosten van het bouwrijp maken van de grond. Hen zou deze kosten
ook verhoudingsgewijs kunnen berekenen waardoor een billijker verdeling
tot stand kan komen. Burgemeester en wethouders geven in de motivering
van hun voorstel al aan, dat de strook grond langs de Herenweg uit een
oogpunt van ligging en wat dies meer zij, een veel grotere waarde heeft
dan het achtergelegen terrein. Zij zeggen ook, dat in het ontwerp-uitbrei-
dmgsplan de mogelijkheid aanwezig is om meer flats in 7 woonlagen te
bouwen. Spreker meent dat bij de bepaling van de grondprijs voor flatbouw
van een geheel ander standpunt kan worden uitgegaan dan bij de grondprijs
voor woningwet- of premiebouw (eengezinshuizen). Als spreker zich niet
vergist neemt ook de gemeente Haarlem het standpunt in, dat voor flat-
bouw afwijkende grondprijzen gelden. Wanneer burgemeester en wethou-
zeggen dat dit niet uitmaakt, dan zal straks voor woningwetbouw van
een grondprijs van f 12,50 moeten worden uitgegaan, terwijl hij toch eigen-
hjk maar 5,50 is.
De heer Enschedé merkt op, dat de wethouder heeft gezegd, dat over
emge jaren in de Geleerdenbuurt kan worden gebouwd. Bij een ander punt
van de agenda hebben burgemeester en wethouders een nota over de be-
perking van kapitaalsuitgaven aan de orde gesteld, welke nota niet in de
financiëële commissie is behandeld. Spreker maakt zich nu zorgen over
Jfmanciering van deze aankoop. Burgemeester en wethouders schrijven
,,Wij menen de hoop te mogen koesteren, dat, nu ook de regering bii
herhahng heeft gesteld, dat de gemeenten alle maatregelen dienen te nemen
om de continuïteit van de woningbouw te verzekeren, er wegen zullen
worden gevonden om ook deze aankopen buiten het investeringsplafond
kunnen houden". Spreker vraagt of dit betekent, dat, als die hoop niet
wordt vervuld, het hele plan niet doorgaat.
Op deze agenda komt ook een nota van burgemeester en wethouders
voor houdende mededeling, dat niet op een verwachte rijksbijdrage voor
de overdekking van het instructiebad van de nieuwe zweminrichting kan
worden gerekend. Die hoop is dus vervlogen en nu vreest spreker, dat de
nu uitgesproken hoop ook zal vervliegen. Spreker verwacht dat de wet-
houder van financiën zijn vraag heeft begrepen.
Deheer, Verkouw zegt, dat over deze ongetwijfeld belangrijke zaak niet
eindeloos kan worden gedebatteerd. Spreker zal zich dan ook tot de hoofd-
zaken beperken. Er zijn 3 belangrijke uitbreidingsplannen in de maak n.l.
voor de Geleerdenbuurt, de Schouwbroekerpolder en voor het terrein tussen
Van Merlenlaan en Kerklaan. Het interesseert zijn fractie bijzonder hoe
de volgorde van de vaststelling van die uitbreidingsplannen zal zijn. Twee
wethouders zijn over deze zaak aan het woord geweest maar dit punt is
spreker niet duidelijk geworden. Hij heeft alleen van wethouder Van Wijk
gehoord, dat bij het plan voor de Geleerdenbuurt eigenlijk de meeste moei-
üjkheden kunnen worden verwacht. Daaruit zou spreker kunnen conclu-