25 maart 1965
78
De heer Verkouw heeft een opmerking gemaakt over het taxatierapport.
Spreker wil wel opmerken, dat de tijd voor de taxateur wel een beetje erg
kort is geweest. Spreker meent, ten aanzien van de opmerking van de heer
Verkouw inzake de kwaliteit van de grond waarmede bij een volgende
gelegenheid rekening zou moeten worden gehouden, dat dit bij vorige
gelegenheden ook is gebeurd.
Wethouder Van Wijk zegt, dat in het debat een vrij grote verwarring
dreigt te ontstaan over het verband tussen de objectieve waarde van de
grond, op het moment, voor de verkoper en de plannen van de koper. Het
zou op zichzelf natuurlijk fout zijn als de plannen van de koper, vooral
van een koper die over het dreigmiddel van onteigening beschikt, de waar-
de van de grond van een ander zouden bepalen. Dan zou het er op neer
komen dat, ais de gemeente toevallig het plan had om langs de Herenweg
een speelweide te maken, het gemeentebestuur tegen een eigenaar zou
kunnen zeggen: dat treft u nu bijzonder slecht, wij geven u toe dat op uw
grond mooie flats gebouwd kunnen worden, maar de gemeentelijke plannen
geven ter plaatse nu eenmaal een speelweide aan, en dus krijgt u de waar-
de van een speelweide van ons betaald, desnoods middels onteigening. Deze
grond moet de gemeente dus als bouwgrond kopen. De latere waarde-
bepaling heeft de gemeente zelf in de hand, want zij kan b.v. flatbouw
projecteren op grond die op het moment nog inpandig terrein is. Als de
gemeente woningwetwoningen wil gaan bouwen op grond die zij nu voor
75 moet kopen, dan zal zij daarvoor 7 of 8 per m2 kunnen berekenen,
maar daartegenover kan zij op het binnenterrein zodanige wegen en
waterpartijen aanleggen dat die grond wel voor /75 per m2 kan worden
verkocht. Pas nadat het uitbreidingsplan op dit terrein vastligt, kan de
waarde van de grond worden bepaald. Men moet niet spreken van een
gemiddelde prijs van 12,50 per m2. De gemeente is zeker niet bereid
om voor grond in deze gemeente 12,50 per m2 te betalen. 5,50 per
m2 voor een inpandig terrein vindt spreker al een hoge prijs. Een gemid-
delde prijs werkt naar buiten alleen maar verwarrend, want men zou
gaan denken dat als men ergens een stuk grond heeft, dat 12,50 per m2
waard is. Geen sprake van. Als die grond niet aan wegen ligt en dus niet
als bouwgrond kan worden beschouwd, dan is die grond inpandig terrein
en nooit meer waard dan 5,50, misschien 4 of 3. We moeten er van
uitgaan welke de reële waarde van de grond, objectief gezien, voor de
verkoper is. Wel, de man is zo gelukkig dat zijn terrein aan een grote
weg ligt en daarachter ligt dan nog een heel lang stuk dat eigenlijk niets
waard is. Die grond tot waarde brengen is een zaak van de gemeente.
De gemeente zal misschien nog veel grond moeten aankopen, maar naar
sprekers gevoelen nooit voor meer dan 4, 4,50 of 5 waarbij men
dan mee zal moeten gaan met de markt die in dit opzicht bestaat. De
heer Scheer beantwoordend moet spreker dus zeggen, dat het college geen
cijfers in portefeuille heeft, want burgemeester en wethouders weten niet
hoe het uitbreidingsplan precies zal worden, hoe groot de waterpartijen
zullen zijn en hoeveel grond voor weg bestemd wordt. Pas als dit alles
gerealiseerd is kan een exploitatieopzet worden gemaakt en de grondprij-
zen aan de hand van het bouwplan worden vastgesteld.
De heer Verkouw heeft nog nadere inlichtingen gevraagd met betrekking
tot de in bewerking zijnde uitbreidingsplannen. Spreker verwacht niet dat
de P.P.D. daartegen moeilijkheden zal maken, maar de eigenaren van
aangrenzende terreinen kunnen ook bezwaren indienen. Er kan dus wat
tussen komen. Spreker verwacht het niet, maar hij ziet die mogelijkheid
in het ene gebied sterker aanwezig dan in het andere gebied. Het kan
dus zijn dat, als de bekende drie plannen gelijk door de raad worden
vastgesteld, het ene plan eerder goedgekeurd zal worden dan het andere.
Dat hangt allemaal af van beroep op gedeputeerde staten en de Kroon en