83 25 maart 1965 schaffing; van een nevelspuit voor de brandweer. Er blijft dus maar onge- veer een half miljoen over. Het klinkt dan ook een beetje merkwaardig, dat burgemeester en wethouders in hun nota schrijven, dat het feit dat nog slechts 900.000 aan kapitaalsuitgaven kan worden gedaan, betekent: ,,dat de in het bij de begroting 1965 aangeboden meerjarenplan genoemde objecten, die in het programma voor het lopende jaar waren opgenomen, uiteraard niet alle verwezenlijkt zullen kunnen worden". Dan krijgt men zo de indruk van: wel bijna allemaal, maar alles zal toch niet lukken. Maar in feite is het zo, dat de geplande objecten voor het grootste deel niet uitge- voerd kunnen worden en dat is toch vrij ernstig. Spreker denk hierbij aan de verbetering van de Adriaan Pauwlaan, die zo langzamerhand de hob- bellaan genoemd kan worden, waarvoor een krediet van f 400.000 was uitgetrokken, en zo zijn er meer urgente uitgaven waarvan het noodzake- lijk is dat zij niet uitgesteld worden. We zullen het moeten nemen, want het ligt op het ogenblik niet anders. Misschien is er een kleine kans dat bij een andere samensteiling van de regering de gemeenten wat uit het slop worden geholpen, maar dat moet worden afgewacht. Om nu iets concreets te zeggen, zou spreker, nu het uitvoeren van de grote objecten niet mogeiijk is, er op willen aandringen, zoveel mogelijk objecten ter hand te nemen waarvan de kosten beneden 25.000 liggen. Voor deze objecten heeft de gemeente nog de vrije hand. De voorzitter schudt nu wel van nee maar spreker meent het toch ernstig. Hij zou er dus bij het college op willen aandringen, om zoveel mogelijk van dergelijke objecten ter hand te nemen. De gemeente heeft daar nu wellicht de mensen voor vrij. Die objecten zouden dus uit het meerjarenplan gelicht kunnen worden en zo mogelijk in 1966 kunnen worden uitgevoerd. Dan zou er uit een verliespunt ook nog een winstpunt geboren worden. De heer Enschedé vindt de heer Verkouw erg pessimistisch. Spreker meent dat het mogeiijk zal zijn, een aantal posten uit het meerjarenplan te splitsen, zodat zij een bedrag van 25.000 niet overschrijden. Als voor- beeld noemt spreker de post herstellingen van landhoofden Witte brug, Biauw brug, Emausbrug en Res Novabrug groot 42.000, Bij splitsing kunnen deze vier kleine werken toch uitgevoerd worden. Spreker denkt ook aan de post aanbrengen betonschoeiing van damwandplanken langs de Kanaalweg, welk werk ook in percelen zou kunnen worden uitgevoerd Om de zaak zo pessimistisch te zien als de heer Verkouw doet gaat hem te ver. Wethouder Corver zegt, dat het eigenlijk niet zozeer een financiële vraag îs die de heer Verkouw heeft gesteid. Spreker meent namens het college te spreken als hij zegt, dat burgemeester en wethouders uit de aard der zaak zullen proberen zoveel mogelijk werken beneden 25.000 in uitvoering te brengen mits burgemeester en wethouders zich daarmee niet op een weg begeven die niet oirbaar is. De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders in deze uiteraard diligent zuilen zijn. Het is toch wel goed dat even naar voren is gebracht dat het toch wel diep betreurenswaardig is, dat grote werken die dringend noodzakelijk zijn en geen uitstel gedogen, door deze maatregelen niet ten uitvoer kunnen worden gebracht. Wij kunnen dit nu wel een jaar lang slikken en daarvoor is dan ook een gewijzigd meerjarenplan opgemaakt, maar we moeten ons wel reaiiseren, dat deze stagnatie in de toekomst tot grote moeilijkheden aanleiding zal geven. Wethouder Corver zegt dat er aan deze zaak twee kanten zijn waar men toch oog voor moet hebben. Spreker wil nu bepaald geen politiek debat uitlokken, maar hij gelooft toch dat duidelijk gesteld moet worden, dat de regering deze maatregel heeft genomen in het belang van de financieel eco- nomische situatie van het land. Men kan natuurlijk zeggen dat dit mis-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 18