smrs^k m
25 maart 1965
70
voor het verkrijgen van een goedgekeurd uitbreidingsplan, waarbij rekening
moet worden gehouden met het indienen van bezwaren en daaropvolgend
beroep bij de Kroon, zal zeker een paar jaar vergen. Daarnä zou dan de
onteigeningsprocedure kunnen worden aangespannen, waarvoor ook zeker
een jaar moet worden uitgetrokken, hetgeen bij elkaar drie jaar betekent,
zonder dat de zekerheid bestaat dat de prijs dan lager zal zijn. Nu maar
kopen? Want de woningbouw moet immers voortgang vinden! De raad
staat met zijn beslissing over dit voorstei met de rug tegen de muur.
Op aandrang van de leden van de commissie voor het grondbedrijf is er
alsnog een taxatierapport opgesteld. Met alle respect voor degene die het
rapport heeft uitgebracht, moet spreker toch zeggen, dat het wel een
heel mager en summier rapport is. Er wordt van enkele premissen uit-
gegaan o.a., dat de waarde van de percelen beïnvloed wordt door de ligging
in een goedgekeurd uitbreidingsplan. Spreker heeft sterk de indruk, dat
de taxateur heeft gedoeld op een uitbreidingsplan dat nog gereed moet
worden gemaakt. Hij zal kennelijk niet hebben gedoeld op het uitbreidings-
plan van 1940. Daarop wijst ook de passage over de prijs van een strook
grond ter diepte van 50 meter langs de Herenweg. Hier is een zeer nauwe
band tussen de prijs die door het gemeentebestuur is uiteengezet en waarbij
ook uitgegaan wordt van een aparte prijs voor een strook grond ter
diepte van 50 meter langs de Herenweg. Van de waarde van de grond is
echter niets bekend. Is dit hoogwaardige tuingrond of hoogwaardige bol-
lengrond? Over al deze dingen zwijgt de taxateur om dan ten slotte te
zeggen dat hij naar beste eer en weten die 8 ha. een waarde toekent van
1.066.013. Een dergelijk taxatierapport maakt men, met de kaart van
Heemstede voor zich, achter een bureau. Spreker heeft heel sterk de
indruk, dat de taxateur met de zgn. „intuïtieve waarde" werkt, een min of
meer magisch woord, dat de laatste jaren door de deskundigen met succes
is gehanteerd en dat zelfs bij de Hoge Raad ingang heeft gevonden. Spre-
kers conclusie is, dat hem dit taxatierapport, al is het 30.000 hoger dan
de som waartoe de gemeente komt, niet veel zegt.
De heer Scheer heeft er reeds op gewezen, dat niemand weet dat
komt ook aiweer omdat het uitbreidingsplan niet gereed is of een reële
opzet van het plan voor de Geleerdenbuurt mogelijk is. Spreker heeft
gehoord dat er nu aan het plan wordt gedokterd teneinde het wat te ver-
eenvoudigen en dat zai dan ongetwijfeld wel een verminking van het plan
betekenen. Juist in dit plan zullen woningwetbouw en premiebouw worden
geprojecteerd. Hoe zullen de niet te dekken kosten worden opgevangen?
Zal de raad bereid zijn, bij een niet sluitende opzet, een deel van de kosten
ten laste van de algemene dienst te brengen met alle gevolgen van dien?
Het lijkt spreker een punt dat de leden van de raad zich in dit geval
waar moeten maken.
Zowel voor- als tegenstemmers, die eik op hun wijze het gemeente- en
het algemeen belang willen dienen, dragen bij het uitbrengen van hun
stem een grote verantwoordelijkheid. Voorlopig is er nog maar één zeker-
heid, n.l., dat bij aankoop in elk geval het belang van de verkoper wordt
gediend, die nu zeker het tien- tot twintigvoudige aan inkomsten zal
ontvangen in vergelijking met de huidige opbrengst van zijn bezit en
spreker gelooft niet dat hij dan overdrijft.
Het is mr. Van Riel geweest die ongeveer een jaar geleden in de Kamer
heeft gezegd, dat heel wat grondspeculanten van een koude kermis thuis
zouden komen als de gemeenteraden en de colleges van gedeputeerde staten
het been strak zouden houden. Maar de praktijk wijst uit, dat bezitters
van onroerend goed eerder van een vrolijke kermis thuiskomen. Het was
sprekers fractie dan ook heel wat liever geweest wanneer het initiatief-
voorstei van prof. Vondeling, om het onroerend goed dat, met name wat
de bouwgrond betreft, met de dag schaarser wordt, onder de werkingssfeer
van de Prijzenwet was gebracht en het Staatsblad reeds had bereikt.