24 juni 1965
151
punt onjuist. Spreker is dus zeer huiverig- om dit voorstel zo maar aan
te nemen. De raad mist hierbij een taxatie. Spreker kan de heer Vcrkouw
volledig bijvallen als hij een taxatie vraagt van de taxatiecommissie van
de Ver. v. Nederlandse Gemeenten. Hij meent dat alsnog een taxatie kan
worden uitgebracht. Wanneer die taxatie op ongeveer dezelfde prijs uit-
komt, waarbij spreker dan echt niet over een paar duizend gulden zal
vallen, dan zou hij zich verantwoord achten, ook voor de toekomst, om
dezö koop te sluiten. Spreker begrijpt dat de woningbouw moet doorgaan
maar hij vindt het niet juist zomaar op eigen gelegenheid door te gaan
met grondaankopen, daarbij uit angst voor de gevolgen ten aanzien van
de woningbouw fout op fout stapelend. De raad moet zich realiseren dat
hij om een gemaakte fout, n.l. het telaat vaststellen van uitbreidingsplan-
nen, weer goed te maken, nieuwe fouten gaat maken door steeds hogere
grondprijzen te betalen. Dergelijke aankopen moeten ook gefinancierd
kunnen worden. Het geïnvesteerde kapitaal zal eerst na een onbekend
aantal jaren terugkomen. Spreker betreurt het dan ook dat dit voorstel,
dat de gemeente nu direct 370.000,— zal kosten, niet tevoren in de
financiële commissie is behandeld. Hij vindt dat zo'n voorstel ook daar
moet worden bezien in verband met de financiële mogelijkheden van de
gemeente.
De heer Willemse zou graag het voorstel van de heer Rutgers om
alsnog een taxatie te vragen en het voorstel van burgemeester en wet-
houders dus aan te houden, steunen.
De voorzitter wil onderschrijven hetgeen door de heren Scheer en Rut-
gers naar voren is gebracht. In de prijscalculatie zitten vele onze'kere
factoren. Als adviseur van de raad moet spreker ten sterkste aanraden om
alsnog een taxatie te doen plaatsvinden, mede met het oog op de gevolgen
die aanvaarding van deze prijs bij volgende aankopen zou kunnen hebben.
Buitendien zullen gedeputeerde staten een exploitatieopzet van het gehele
gebied eisen.
Wethouder Bekker zegt dat het antwoord niet eenvoudig is. De heer
Verkouw heeft het spreker wel gemakkelijk gemaakt door in feite ant-
woord te geven op de bezwaren van de heer Scheer. Ook de heer Van
der Hulst is spreker bijgevallen. De heer Rutgers vindt de prijs te hoog
en vreest repercussies voor volgende aankopen. Merkwaardig is, dat de
hedr Rutgers spreker eigenlijk in zeker opzicht steunt door op te merken,
dat er vroeger niet tijdig uitbreidingsplannen zijn gemaakt en dus ook
niet op tijd grond is gekocht, hetgeen de oorzaak is dat nu zulke prijzen
moeten worden betaald.
Burgemeester en wethouders achten het op het ogenblik nodig deze
grond aan te kopen om tot realisatie te kunnen komen van de bouwplan-
nen voor de woningwet- en premiewoningen in die omgeving. De meer-
derheid van het college en alle leden van de commissie van het grond-
bedrijf zijn van oordeel dat de prijs van de grond en de opstallen met te
hoog is, dat de prijs van de nieuwbouw 55,per m:! eerder aan de
lage dan aan de hoge kant is en dat bij een eventuele onteigenmg de
prijs stellig niet lager zou liggen. Het tijdverlies dat aan een onteigemng
verbonden is maakt die procedure niet acceptabel, ook al omdat dan de
reeds gekochte terreinen onbebouwd zullen blijven met als gevolg rente-
verlies. Door de grondaankopen van de laatste tijd zal voortgang kunnen
worden gemaakt met de woningbouw en de bestaande achterstand kunnen
worden weggewerkt. Spreker is het met de heren Scheer en Rutgers met
eens dat de opstallen een soort afbraak zijn. Een bouwbedrijf is nu een-
maal geen schoon bedrijf. Men mag de toegekende waarde aan de opstallen
hoog vinden, maar men moet in het oog houden dat het hier de bedrijfs-
waarde betreft.