24 juni 1965
153
De heer Brandsma zegt dat het standpunt van wethouder Corver wel
zeer aannemelijk lijkt maar dat gaat natuurlijk alleen maar op wanneer
deze grond voor deze hoge prijs ook inderdaad voor woningwetbouw kan
worden gebruikt. Want als straks gezegd moet worden dat deze grond
helaas te duur is om daar de woningen op te bouwen die de bevolking
nodig heeft, dan komen die woningen er niet. Spreker zou dus wei graag
van de wethouder van volkshuisvesting een verklaring hebben over deze
zaak. De heer Scheer heeft er ook nadrukkelijk op gewezen dat deze
grond een dermate hoge prijs doet dat straks van de uitvoering van de
bouwprojecten geen sprake kan zijn. Alle raadsleden hebben het gevoel
dat zij met de rug tegen de muur staan. Men kan nu wel mooie litanieën
gaan zingen van: we hebben het in het verleden verkeerd gedaan, de
raad heeft niet gezorgd dat er op tijd uitbreidingsplannen waren en de
raad heeft niet gezorgd dat er op tijd grond werd gekocht, enz., maar
nu zitten we in deze nare situatie en we moeten dus wel weten wat we
doen. Wethouder Corver zegt nu wel dat het deze keer nog maar zonder
taxatierapport moet, maar spreker meent zich te herinneren dat er al
eens meer bij een aankoop geen taxatierapport was en dat toen gezegd
is dat het voortaan anders zou worden gedaan. Ook wethouder Bekker
heeft in de commissie voor het grondbedrijf al eens toegezegd dat bur-
gemeester en wethouders in het vervolg de taxatiecommissie van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten zouden inschakelen sprekers
fractievoorzitter heeft daar bij herhaling op gewezen maar het is al
weer niet gebeurd. Wie garandeert dan dat burgemeester en wethouders
dat bij een volgende aankoop wel gaan doen
Spreker zou heel categorisch van de wethouder van volkshuisvesting
eerlijk willen vernemen hoe hij denkt over de mogelijkheid om op de
onderhavige terreinen inderdaad nog redelijke woningwetbouw en andere
bouw tot stand te kunnen brengen.
De voorzitter zegt dat alle benodigde gronden voor de woningbouw
nog niet in handen van de gemeente zijn, zodat het uitermate moeilijk is
daarvoor nu een exploitatieopzet te maken. Spreker meent nogmaals te
moeten zeggen dat, wanneer de raad zoals nu een belangrijk besluit
moet nemen, de zekerheid moet bestaan dat niet te duur wordt gekocht.
Spreker blijft er bij dat de prijs voor het bebouwde deel te hoog is;
dat de onbebouwde oppervlakte minstens 5,per m^ te duur is; dat de
bedrijfsgebouwen niet voor f 120.000,moeten worden gekocht omdat
ze zeker niet van die kwaliteit zijn dat zo'n prijs moet worden betaald;
dat het de vraag is of 4000 m3 nieuwbouw noodzakelijk is omdat, aan-
nemende dat de gebouwen nu 4000 m:î inhoud hebben, het zeer wel moge-
lijk is dat men bij een efficiënte nieuwbouw met minder ruimte kan
volstaan; en dat een vergoeding van f 30.000,voor het overbrengen
van machines en het maken van de noodzakelijke aansluitingen enz. een
slag in de lucht is. Spreker adviseert de raad daarom om, alvorens dit
belangrijke besluit te nemen, een taxatierapport te laten uitbrengen. Nu
is de rentmeester van het grondbedrijf als deskundige voor de gemeente
opgetreden die al het mogelijke heeft gedaan om voor de gemeente de
laagst mogelijke prijs te verkrijgen. Spreker wil nogmaals uitdrukkelijk
stellen dat de rentmeester hier volkomen buiten staat en dat hem geen
enkele blaam treft.
Wethouder Van Wijk zegt, dat de heer Brandsma heeft gevraagd of
gegarandeerd kan worden dat op dit terrein woningwetwoningen en pre-
miewoningen gebouwd kunnen worden tegen prijzen die zullen worden
toegelaten. De voorzitter heeft terecht opgemerkt dat nog niet alle be-
nodigde gronden in dit plan zijn aangekocht en dat eerst een doorsneeprijs
kan worden vastgesteld nadat alle aankopen zijn geschied, hetgeen dan
weer niet klopt met diens zojuist gemaakte opmerking dat met betrekking