198
30 september 1965
van een m3-prijs. Dit lijkt spreker een bijzonder grove manier van be-
rekenen. De vraag is wat een normale reflectant, wetende dat de stichting
huize St. Bavo elders gaat bouwen en het gebouw op zichzelf niet meer
voor bejaardentehuis geschikt is, voor dit gebouw zal geven. Naar sprekers
mening ligt de gevraagde prijs voor het gebouw dan hoog. Spreker zou
graag willen horen of dit met de deskundige van de gemeente ook is door-
gesproken, of hij dus niet alleen een inhoudsprijs voor normale gebouwen
heeft genomen maar ook met alle omstandigheden die zich hier voordoen
rekening heeft gehouden.
De heer Enschedé zegt dat deze zaak in zijn fractie op gelijke wijze is
besproken als door de heer Rutgers naar voren gebracht zij het met een
nuanceverschil. Hij zal echter niet in herhalingen vallen. Het is sprekers
fractie opgevallen dat de grondprijs nadat alles wat daarop staat gesloopt
zal zijn, op 120,per m2 komt. Deze prijs ligt tweemaal zo hoog als de
duurste grond die in dit complex is aangekocht. Dit perceel drukt wel zeer
zwaar op de totale grondprijs van dit complex. De vraag is voorts of het
mogelijk is in het uitbreidingsplan, dat nog niet in de raad in discussie
is geweest, de Bavo te behouden. Spreker wil hierbij opmerken, dat het
maken van uitbreidingsplannen een zaak is die aan deskundigen moet
worden overgelaten. Spreker meent dat de raad zich niet op dat terrein
moet begeven. Hij vraagt of burgemeester en wethouders de stedebouw-
kundige hebben benaderd met de vraag of hij het aanvaardbaar acht een
uitbreidingsplan te maken waarin de Bavo wordt gehandhaafd en hoe
diens antwoord luidde. Spreker wil er van uitgaan, dat het maken van een
uitbreidingsplan dâârom zo moeilijk is omdat het voor een heel lange ter-
mijn moet gelden en dan dus niet voor kortlopende moeilijkheden opzij
moet worden gegaan waardoor voor lange tijd een lelijk plan zou resul-
teren. Spreker ziet daarom heel goed dat men op een gegeven moment
niet bang moet zijn om een belangrijke uitgave te doen die in lengte van
jaren haar rendement zal opbrengen. Daartegenover meent spreker dat
het niet verantwoord zou zijn om niet te bezien of de Bavo kan worden
behouden en maar te doen alsof het niet anders kan.
De heer Verkouw zegt dat er bijna geen vergadering van de raad voor-
bijgaat of men wordt geconfronteerd met voorstellen van het college tot
aankoop van onroerend goed met of zonder opstallen en dat is niet te
verwonderen, want van de zijde van de raad wordt regelmatig bij het
college aangedrongen op het maken van voortgang met de uitbreidings-
plannen, voortvarendheid te betrachten met de woningbouw en op het
voeren van een actieve grondpolitiek. Welnu, dan kan het niet anders dan
dat de raad met de resultaten daarvan wordt geconfronteerd. Spreker con-
stateert dat de raad en ook burgemeester en wethouders beurtelings wre-
velig zijn geworden over de ontzettend hoge bedragen die de gemeente op
tafel moet leggen om de grond die nodig is voor het realiseren van het
uitbreidingsplan, in haar bezit te krijgen. Desondanks heeft de raad tot nu
toe gemeend deze hoge prijzen te moeten betalen. Ook nu weer iigt er een
voorstel waarvan de consequentie is dat een bedrag van 1.080.000,
moet worden betaald. Nu wil sprekers fractie voorop stellen dat zij meent
dat deze prijs op zichzelf nog binnen redelijke grenzen valt. Zij wii de prijs
dus niet aantasten ook al ziet zij hierbij niet voorbij dat de verkoopster
het recht heeft om nog vijf jaar zonder huur in het pand te blijven wonen,
waar dan weer tegenover staat dat de gemeente de koopsom in termijnen
mag betalen hetgeen rentebesparend werkt. Sprekers fractie neemt aan
dat als de gemeente het gebouw niet zou kopen, hiervoor zeker een andere
gegadigde zou worden gevonden omdat dit grote gebouw voor verschillende
doeleinden, zoals voor kantoor, tekenbureau enz., geschikt is. Het lijkt
spreker dan ook van belang dat de gemeente zich als het maar even kan
nu in het bezit van dit pand stelt, omdat het, zo het in andere handen zou