244
26 november 1965
gegaan dat het hier ging over de bewoonbaarheid van het huis zoals het
rechtleggen van vloeren, het dichten van scheuren met hier en daar een
verandering. Dat was natuurlijk niet de kwestie en de moeilijkheid. De
kwestie was of het huis zou blijven bestaan of niet. Het voorstel van het
college is om het huis te behouden en dan gaat het om een grondige al-
gehele restauratie. Dat is het uitgangspunt. Als een architect een restau-
ratieplan maakt gaat hij natuurlijk terug naar de oerstructuur van het
object. In de welstandscommissie, waarin dit plan is besproken, heeft
spreker wel gehoord dat in oude huizen in een tijdsbestek van honderden
jaren veranderingen kunnen zijn aangebracht die de gehele structuur
hebben doen ontaarden. Als een architect dan ook een goed restauratieplan
maakt, zodat het huis weer stevig op zijn benen komt te staan, dan gaat
hij natuurlijk terug naar de oerconstructie en dan kan hij met keukentjes
aanvankelijk helemaal geen rekening houden. Het zou ook volkomen
dwaasheid zijn om een restauratie van twee ton af te stemmen op het
behoud van een ongelukkig keukentje.
Dat de huurster pas laat gekend zou zijn in de plannen, is niet juist. In
een brief d.d. 24 maart 1964, waarin zij eigenlijk al alarm begint te maken,
schrijft zij dat de plannen van het gemeentebestuur veel verder gaan dan
haar plannen. Haar idee van restaureren was blijkbaar dat het lekkende
dak gemaakt zou worden enz. En dan zegt ze plotseling dat deze totale
restauratie haar eigenlijk veel te ver gaat. Toen burgemeester en wet-
houders haar schriftelijk gevraagd hebben of zij van haar optierecht
gebruik wilde maken, hebben zij er uitdrukkelijk op gewezen, dat in deze
optietermijn het is voor spreker aan twijfel onderhevig of op grond
van het huurcontract voortdurend van het optierecht op vijf jaar huur
gebruik kan blijven worden gemaakt, maar goed, burgemeester en wet-
houders hebben het toenmaals zo opgevat het huis gerestaureerd zou
worden. Ook hebben burgemeester en wethouders haar toen reeds in die
brief erop gewezen dat zij dan elders onderdak zou moeten zoeken, waar-
voor zij geen vergoeding zou kunnen claimen. Toen zij dus besloot om
weer te huren, wat zij natuurlijk deed vanwege de lage huurprijs, wist zij
wat er ging gebeuren. Dit huis was in 1935 verhuurd voor 1.000,toen
het ook al niet best was, maar in elk geval was het een vooroorlogse prijs.
In 1949 werd het huis verhuürd voor 1.050,Waarom die toen lage
huurprijs, die basis is gebleven voor de latere huurverhogingen Omdat
zij het gehele inwendige onderhoud van het huis voor haar rekening nam,
dus niet de kleine reparaties, maar het gehele inwendige onderhoud. Spre-
ker geeft direct toe dat men erover kan twisten, ook in rechten, wat dat
gehele inwendige onderhoud nu wel precies inhoudt, b.v. of daar het her-
stellen van scheuren in binnenmuren onder valt. Burgemeester en wet-
houders zien dat ook wel in, waarom zij de laatste tijd het inwendig onder-
houd voor rekening van de gemeente hebben genomen, de laatste huur-
verhoging niet hebben toegepast, enz. Spreker dacht dat deze huurster
behandeld is geworden door een heer, maar een heer laat nog niet over
zich heen lopen en dat is deze heer voor zover spreker dat zou kunnen
zÜn ook niet van zins. Hij gelooft dat het verwijt volkomen ten on-
rechte is gemaakt dat hier onjuist zou zijn gehandeld. De huurster werd
trjdig ingelicht en gewaarschuwd en nochtans werd door haar gehuurd.
Burgemeester en wethouders hebben inderdaad op een gegeven ogenblik
over koop gesproken, voor een heel lage prijs b.v., maar toen zij gingen
inzien hoe duur restauratie zou gaan worden, rees de grote vraag of er wel
enige garantie zou bestaan dat het huis gerestaureerd zou worden zoals
het moest. De plannen van de huurster om hier en daar wat lapwerk te
doen, wat scheuren te dichten en wat vloeren recht te leggen, gaven het
college niet de overtuiging en zij heeft het college die overtuiging ook
niet bijgebracht, dat, wanneer het huis aan haar verkocht zou worden, het
ook inderdaad zo zou worden gerestaureerd dat het voor de gemeenschap