26 nôvémber 1965
251
172. Verkoop grond nabij de Dr. Schaepmanlaan.
De v-oorzitter deelt mede dat de commissie voor het grondbedrijf zich
hiermedé kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XIX. ONGEVALLENVERZEKERING LEDEN GEMEENTEBESTUUR
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
173. Ongevallenverzekering leden gemeentebestuur.
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de financiën zich hier-
mede kan verenigen.
De heer Kooijmans kwam bij het doorlezen van dit voorstel de discussie
in herinnering gehouden in 1954 bij gelegenheid van het verlenen van de
machtiging tot het sluiten van deze overeenkomst. Toen is ook gevraagd
waarom de burgemeester en de secretaris hierbij speciaal moesten worden
opgenomen. Als spreker het toen door burgemeester en wethouders
gegeven antwoord nog eens doorleest, komt hem dit antwoord toch niet
bevredigend voor, omdat niet juist aangegeven is, in welk opzicht de func-
tie van speciaal de secretaris afwijkt van de functie van andere gemeen-
te-ambtenaren. Nu kan dat een gevolg zijn geweest van de omstandigheid
dat er bij voorkomende ongevallen in een ander verband, een uitkering
plaatsvindt die afhankelijk is van deze merkwaardige zin: in en door de
dienst. Wanneer het ongeval ook dôôr de dienst gebeurt is de uitkering
over het algemeen hoger dan wanneer het ongeval alleen in de dienst
gebeurt. Het is in het algemeen zeer moeilijk om aan te tonen dat het
ongeval döör de dienst is gebeurd. Maar omdat met ingang van 1 januari
1966 deze zinsnede vervalt, en daarmede een eventueel motief voor die
verzekering, vraagt spreker zich af of het nodig is de verzekering ten
behoeve van de secretaris te handhaven. Sprekers vraag is dus weer, in
welk opzicht de positie van de burgemeester en van de secretaris verschilt
met die van andere ambtenaren zoals de directeuren van Openbare Werken
en van de Bedrijven enz. ten aanzien van de uitkering die zij ambtshalve
krijgen tengevolge van een ongeval.
Mevrouw Vriesendorp vraagt waarom b.v. de directeur van Openbare
Werken niet onder deze regeling valt, omdat deze toch ook veel op de weg
is. Het lijkt spreekster erg nodig dat deze verzekering ook voor hem
wordt afgesloten.
De heer Enschedé vraagt welk risico er feitelijk wordt verzekerd en of
de gemeente, ingeval zij zelf schade lijdt door een dergelijk ongeval, een
gedeelte van de schadevergoeding niet behoeft uit te keren aan de getrof-
fene of nabestaanden.
De heer Rutgers vraagt wat het college bewogen heeft om speciaal deze
verzekeringsmaatschappij als een bekende verzekeringsmaatschappij aan
te duiden.
Wethouder Corver antwoordt dat er vele bekende verzekeringsmaat-
schappijen zijn. Burgemeester en wethouders kenden deze verzekerings-
maatschappij als een bekende verzekeringsmaatschappij, maar er zouden
vele andere bekende verzekeringsmaatschappijen genoemd hebben kunnen
worden.
Spreker stelt vast dat nu eigenlijk wordt gesproken over de merites van
een regeling die al van 1954 af bestaat. Er is hier eigenlijk alleen sprake
van een voorstel om de uitkeringen, die bij de verschillende risico's zijn
gedekt, te verhogen in verband met het verhoogde loon- en prijspeil. Als
men nu vraagt, want daar gaat het eigenlijk om, waarom niet nog meer