26 november 1965
253
wethouders hebben er bij het doen van dit voorstel niet verder bij stil-
gestaan.
Op de vraag van de heer Enschedé antwoordt spreker dat het de bedoe-
ling is om uitkeringen door te geven aan de betrokkenen of hun nabestaan-
den. Het zou theoretisch natuurlijk wel mogelijk zijn om een gedeelte van
de uitkering voor de gemeente te behouden, maar dat heeft hierbij niet
voorgezeten.
De heer Verkouw zegt dat als hij de indruk zou krijgen dat de gehele
raad met dit voorstel akkoord gaat hij graag van het woord wil afzien.
Spreker zou echter wiilen voorkomen dat dit gesprek nog verder wordt
voortgezet omdat hij de indruk heeft dat niet iedereen precies weet wat er
aan de hand is en waarom dit wêl gebeurt en andere dingen niet gebeuren.
In de commissie voor de financiën heeft spreker gehoord dat met het ver-
lengen van deze verzekering geen haast is. Het is belangrijk dat de ver-
zekerde bedragen worden verhoogd maar als dat een maand later
geschiedt, kan dat ook. Spreker meent dat het aanbeveling verdient dat
burgemeester en wethouders in een nadere nota nog eens uiteenzetten
wat er nu precies aan de hand is. Het lijkt hem altijd zeer belangrijk dat
als de raad zijn stem aan een voorstel geeft, hij weet waarom hij dit doet.
Maar nogmaals, als de raad zegt akkoord, kan spreker er ook volledig
mee instemmen.
Wethouder Corver begrijpt niet waarom de raad niet zou weten wat er
aan de hand is. Er is niets bijzonders aan de hand. Deze regeling bestaat
al meer dan 10 jaar.
De heer Verkouw antwoordt dat deze raad geen verantwoordelijkheid
heeft voor hetgeen in 1954 is gedaan. Spreker wil die verantwoordelijk-
heid graag meedragen, maar hij meent dat er verschillende leden zijn die
dat alleen willen doen wanneer zij volkomen overtuigd zijn van het nut en
de noodzakelijkheid van de verzekering.
De voorzitter zegt dat men deze zaak niet moet overtillen. Het oorspron-
kelijke besluit is in 1954 genomen. Het geld is intussen in waarde gedaald,
zodat de verzekerde bedragen op een zeker moment moeten worden op-
getrokken. Dat is toch allemaal heel simpel. Daamaast kan nog eens
bekeken worden of er nog een aanvullende verzekering moet worden
gesloten voor anderen.
Wethouder Corver is het helemaal met de voorzitter eens, maar spreker
gelooft dat de raad het voorstel kan doen om het college uit te nodigen
nog eens nader te overwegen of uit een dergelijke verzekering niet voort-
vloeit dat er ook nog andere gemeente-ambtenaren op dezelfde basis ver-
zekerd moeten worden. Maar dat heeft dus met dit voorstel eigenlijk niets
te maken.
De heer Brandsma heeft met het voorstel geen moeite. Spreker hoort
nu tot zijn verwondering dat voor een groot aantal andere ambtenaren, die
dus ook uit hoofde van hun functie aan dit risico blootstaan, een verzeke-
ring is gesloten en nog wel op zeer voordelige basis, maar voor eigen
rekening. Spreker vindt dat eigenlijk een beetje meten met twee maten.
Hij zou het college dan ook in overweging willen geven eens te bekijken
of er geen redenen voorhanden zijn om ook voor die ambtenaren de ver-
zekeringspremie voor rekening van de gemeente te nemen.
Wethouder Corver antwoordt dat de verzekering die de ambtenaren
hebben gesloten een integrale verzekering is die niet alleen geldt voor hun
diensttijd maar ook daarbuiten.
De heer Brandsma: „Dan is er misschien een fifty-fifty-basis te vin-
den."