256
26 november 1965
herhalen omdat ook zijn fractie fluoridering van het drinkwater nuttig
vindt. Ook zijn fractie kan wel begrijpen dat er mensen zijn die tegen
fluoridering van het drinkwater principiële bezwaren hebben, al is spreker
biij dat de verhouding zo ligt dat de fluoridering toch doorgaat. Spreker
meent dat het nuttig is om juist op dit moment de ouders en de kinderen
op school goede voorlichting te geven over het feit dat het gebruik van
bepaalde snoepjes zeer cariësbevorderend is. In een vorige vergadering
heeft spreker al eens bezwaar gemaakt tegen een bijdrage aan het kan-
kerinstituut terwijl ondertussen tabaksartikelen werden uitgedeeld. Zo
vindt spreker het niet helemaal logisch om fluoridering van het drink-
water toe te passen terwijl de kinderen allerlei snoepjes worden gegeven.
De voorzitter: ,,U bent een harde vader. We zouden een motie kunnen
richten tot St. Nicolaas dat er niet zoveel snoep wordt verstrekt."
De heer Enschedé: ,,Wat minder chocolade, maar wat meer rozijnen."
De heer Verhoeven gelooft in zijn taak tekort te schieten als hij ook
niet zijn instemming met het voorstel van burgemeester en wethouders
betuigt. Spreker hoopt alleen, dat door de toevoeging van fluor de hier en
daar kwalijke algensmaak van het water wordt weggenomen.
De heer Scheer kan zich niet met het voorstel verenigen. Spreker vindt
het hele geval bepaald ondemocratisch. Hij is erkentelijk voor de eerlijk-
heid waarmee burgemeester en wethouders in hun voorstel gewezen heb-
ben op de bezwaren die er tegen fluoridering kunnen worden aângevoerd,
maar spreker had het nog prettiger gevonden wanneer die bezwaren iets
meer waren uitgesponnen, zodat een zuiverder beeld zou zijn ontstaan van
wat er nu staat te gebeuren. Het is een ondemocratisch element, dat lijkt
op een politiek stuntje, maar dat is het toch inderdaad niet. Spreker refe-
reert hier aan de eerste spreekster, die al heeft laten blijken dat wanneer
fluoridering goed wordt toegepast het wel zal gaan. Spreker heeft over
deze zaak heel veel gelezen en gehoord en daar baseert hij dan als dood-
gewoon burger zijn mening op. Die mening is o.a. dat er tegenwoordig erg
veel geneesmiddelen worden toegediend en er zijn mensen die bepaald
niet tegen die geneesmiddelen bestand zijn. Nu kan een arts zeggen dat
fluor, mits goed toegepast, geen kwaad kan, maar wanneer het niet goed
wordt toegepast dan is de boot aan. Dat vindt spreker een niet te onder-
schatten gevaar. Dit heeft zich al in Gouda voorgedaan want daar is een
geval van fluorosis geconstateerd. Nu laat spreker in het midden onder
welke omstandigheden dat ontstaan is. Mogelijk dat er naast het fluor in
het water nog bepaalde andere geneesmiddelen zijn toegediend of dat
geneesmiddelen zijn gebruikt zonder dat zij waren voorgeschreven. Juist
gisteren heeft spreker nog weer eens van een deskundige gehoord dat
bepaaldelijk in de nabijheid van de Hoogovens zich het verschijnsel voor-
doet en dat zal zich in de toekomst misschien ook bij andere bedrijven
gaan voordoen, dat wanneer bepaalde recidu-artikelen worden vernietigd
fluor optreedt, hetwelk in de lucht wordt gestoten. De hoeveelheid fluor
die de mensen op deze manier naar binnen krijgen kan, met de fluor die
in het water zit, een hoeveelheid vormen, die voor de betrokkenen nadelig
kan werken en dus aanleiding geeft om niet maar zonder meer met fluori-
dering van het water akkoord te gaan. In een publikatie van Dr. Gordijnen,
verbonden aan het Delftse T.N.O., is met zoveel woorden en bewijsmate-
riaal nog eens aan de orde gesteld dat fluor wel degelijk gevaar kan in-
houden, wanneer dat op de een of andere wijze gebruikt wordt door mensen
die daar niet tegen bestand zijn. Het is allemaal heel aardig om te zeggen
dat iedereen het maar moet nemen, maar zo ligt die zaak toch ook weer
niet. Wanneer er fluor in de melk of in andere voedingsmiddelen zou zit-
ten, dan verhoogt dit het gevaar voor degenen die niet tegen fluor bestand
zijn, maar men heeft de mogelijkheid om dit te ontwijken. Suikerziekte-