26 november 1965
243
op snee-plan niet helemaal verantwoord is. Hij begrijpt niet waarom een
huis dat twaalf kamers telt, geschikt wordt gemaakt als eengezinswoning.
Hij weet niet welke gegadigdeburgemeester en wethouders voor de toe-
komst op het oog hebben, maar die moet wel een heel groot gezin respec-
tievelijk veel dienstpersoneel hebben om dit huis te willen bewonen. Spre-
ker begrijpt niet waarom de huurster op deze wijze deze narigheid wordt
aangedaan. Dit heeft hem kwalijk getroffen. Spreker heeft ook nog eens
nagelezen wat bij een voorgaande bespreking in de raad over de restaura-
tie van dit huis is gezegd. Hij vond het gesprokene beneden het peil dat
men van het gemeentebestuur mag verwachten.
De heer Van der Hulst heeft op de eerste pagina op de vierde regel van
boven met ontzetting gelezen dat gesproken wordt van „ontzettingsscheu-
ren". Spreker dacht dat de term was ,,zettingsscheuren".
De heer Van der Linden zegt dat hij in de commissievergadering zijn
stem heeft voorbehouden. Toen spreker gelezen had wat er allemaal aan
het huis gebeuren moest, is bij hem de vraag gerezen, of het nu wel ver-
antwoord was plus minus twee ton te voteren om het huis voor verder
verval te behoeden. Spreker erkent natuurlijk de oudheidkundige waarde
van dit gebouw, voor zover hij dat kan beoordelen, maar dat het herstel
twee ton moet kosten vindt hij toch wel erg veel. Hij wil toegeven dat hier
min of meer roofbouw is gepleegd. Als dit huis jaren geleden, toen het ook
al nodig was, was gerestaureerd, zou het niet zoveel gekost hebben als nu.
De vreugde van mevrouw Vriesendorp over deze restauratie deelt spreker
nog niet. Hij kan niet aan de indruk ontkomen dat men het belang van de
bewoonster teveel laat prevaleren. Als men de vele gebreken die aan dit
gebouw kleven bekijkt, zou het eigenlijk voor onbewoonbaarverklaring in
aanmerking moeten komen, ware het niet dat het misschien een historisch
gebouw is. Spreker heeft geen verstand van de historische waarde, maar
hij wil zich te dien aanzien graag laten leiden door anderen die daar meer
verstand van hebben. Er zitten zoveel haken en ogen aan dit voorstel dat
spreker eerst het antwoord van het college wil afwachten alvorens zijn
stem daaraan te geven.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat het college met belangstelling heeft
kennisgenomen van de diverse naar voren gebrachte standpunten. De vroe-
gere betekenis van het huis zou spreker voorlopig wel willen aannemen.
Waarom men zich hier historisch heeft willen vergissen ziet spreker voor-
lopig nog niet. Dat burgemeester en wethouders de historische betekenis
van het huis niet goed bekeken hebben heeft evenmin als de andere argu-
menten met een heer zijn te maken.
Uit de discussie valt op, dat, zoals de heer Van der Linden ook al zei, de
belangen van de huurster eigenlijk meer in het geding zijn gekomen dan
de gehele restauratie op zichzelf. Spreker mag hieruit wel opmaken dat
de restauratie bij de raad, behalve dan nog bij de heer Van der Linden,
geen bezwaren ontmoet en naar hij gelooft terecht niet. Het huis is het
waard. Vandaag de dag kan men voor dit bedrag zeker geen huis van zo'n
omvang bouwen. Bovendien is het, zoals men op de tekening heeft kunnen
zien, een mooi huis.
Met mevrouw Gaasterland is spreker van oordeel dat bij deze restaura-
tie ook de omgeving van het huis moet worden bekeken, n.l. dat van Groe-
nendaal uit dit huis meer zal moeten opvallen als een huis dat in een park
staat. Spreker meent dat het hout onmiddellijk achter het huis, laag hout
is, hetgeen misschien voor een deel kan worden weggehakt, zodat de mooi-
ste kant van het huis meer zichtbaar wordt.
Met de huurster is reeds jaren overleg gepleegd spreker weet niet
wie van ons zij niet gesproken heeft over de komende reparatie en
restauratie van Meerzicht. Nu is de huurster er blijkbaar altijd van uit-