280
16 december 1965
af kunnen van de wat wonderlijke situatie dat Heemstede als enige plaats
in de omgeving het verbod heeft om sigarettenautomaten te plaatsen. Ik
dacht dat deze vraag nog wel weer eens aan het college kon worden
gesteld.
Ik nader het einde van mijn beschouwing. Wat is de visie voor de
naaste toekomst? Voor de gemeente zal die toekomst wel rooskleurig zijn.
We hebben een nieuwe regering en die geeft de lagere overheid veel meer
geld dan de vorige regering deed. Er is blijkbaar wel een kleine tegenvaller,
zoals op de laatste bladzijde van de indieningsnota te lezen valt, maar
dat zal wel een vergissing zijn. Wij krijgen uiteraard veel meer geld te
besteden en met de heer Verhoeven denk ik, dat dit weer een verdere
inflatie teweeg zal brengen en dat we weer een prijs- en loonspiraal zullen
krijgen; maar geen nood, de K.R.O. en de N.C.R.V. zijn gered. Dat is
dacht ik, het belangrijkste van de gevoerde christelijke politiek, door de
heer Verhoeven genoemd.
Ik meen dat wij in Heemstede rustig moeten doorwerken, moeten kijken
hoeveel geld wij beschikbaar hebben voor de allereerst noodzakelijke wer-
ken, moeten kijken of wij het geld daarvoor hebben of kunnen verkrijgen
en eerst dan onze beslissingen moeten nemen.
Wat mijn visie in de toekomst voor deze raad betreft, ben ik een beetje
weemoedig gestemd, omdat ik mij realiseer, dat dit de laatste begrotings-
raad in deze samenstelling is. We hebben in de raad een goede verhouding
gehad en ook met het college van burgemeester en wethouders. Wij hopen
dat de goede verhoudingen, overal waar die nodig zijn, zullen worden
gehandhaafd. Ook voor de toekomst het is toch nog maar een ,,rukje"
tot de nieuwe samenstelling geven wij gaarne ons vertrouwen aan het
college. Ik erken dat het college over de afgelopen periode een actief beleid
heeft gevoerd waarvoor mijn fractie dankbaar is.
Ik zou niet willen eindigen zonder de ambtenaren dank te zeggen voor
hun werkzaamheden in het afgelopen jaar."
De heer Verkouw zegt:
„Het heeft dunkt me zin, mijnheer de Voorzitter, om er een ogenblik bij
stil te staan, dat de algemene beschouwingen, die de fractievoorzitters aan
de begroting voor 1966 wijden, de laatste zullen zijn, die vallen in een
4-jarige zittingsperiode van de raad, die het volgende jaar ten einde loopt.
Een mijlpaal dus, waarbij het goed is om even de blik terug te slaan.
Er is positieve arbeid geleverd. Mij tot de hoofdzaken beperkende, roep
ik achtereenvolgens in herinnering: het openstellen van het fraaie nieuwe
zwembad „Groenendaal", de belangrijke wegen- en verkeersverbeteringen
verkeerslichtinstallaties Zandvoortselaan-Herenweg, Zandvoortselaan-
Leidsevaartweg, Lanckhorstlaan-Bronsteeweg), de bouw van het nieuwe
politiebureau, dat binnenkort in gebruik zal worden genomen, de ver-
laging van de gas- en elektriciteitstarieven, de invoering van het spraak-
onderwijs op de scholen, het beschikbaarstellen van kredieten voor res-
pectievelijk de restauratie van het „Oude Slot" en de overschakeling van
stads- op aardgas, een zinvolle continuering en ultbreiding van het sub-
sidiegebied, grondaankopen ze waren zeker prijzig voor de realisering
van de bestemmingsplannen, de nota betreffende de woningbouw en uit-
breidingsplannen, die tot een brede, openhartige en zeker niet vruchteloze
discussie aanleiding gaf en, om ten slotte ergens mee te eindigen, het
meerjarenplan, waarvan we nu jammer genoeg moeten vaststellen, dât de
verwezenlijking daarvan in 5 jaren een utopie zal blijken te zijn.
In vele gevallen schaarde de gehele raad zich achter de voorstellen van
burgemeester en wethouders. Dat lukte niet altijd. Soms steigerde een
deel van de raad of ging slechts schoorvoetend mee. Het strekt in elk
geval tot voldoening, dat de objecten, die door samenwerking van dagelijks
bestuur en raad tot stand kwamen, de toets der kritiek kunnen doorstaan.
Maar niet alles waartoe de raad besloot werd gerealiseerd. En bovendien,