268
16 december 1965
III. BEHANDELING GEMEENTEBEGROTING EN BEDRIJFSBEGRO-
TINGEN VOOR HET DIENSTJAAR 1966 MET BIJBEHORENDE
BEGROTINGSWIJZIGINGEN EN SUBSIDIEVOORSTEL.
De aanbiedingsnota van burgemeester en wethouders is opgenomen in de
gedrukte stukken onder volgno.
179. Begrotingen 1966.
Hierbij behoren het algemeen verslag van het in de afdelingen van de
raad verhandelde met de memorie van antwoord daarop van burgemeester
en wethouders, alsmede de adviezen van de raadscommissiën.
De voorzitter geeft gelegenheid tot het houden van algemene beschou-
wingen.
De heer Verhoeven zegt:
,,Mijnheer de Voorzitter. Het is wellicht ongebruikelijk, dat ik de alge-
mene beschouwingen van dit jaar aanvang met een teruggrijpen naar wat
verleden jaar gebeurde, maar ik meen, dat het nodig is. Verleden jaar,
toen ik voor de negentiende keer mijn algemene beschouwing zou mogeri
houden, was ik op de dag van de begrotingsvergadering niet aanwezig. Ik
werd in het ziekenhuis opgenomen en geopereerd. Ik had een deel van mijn
algemene beschouwing reeds aan mijn secretaresse gedicteerd en dat deel
is door de heer Van der Hulst voorgelezen. Er is naar mijn smaak niet
voldoende uit de verf gekomen dat ik niet klaar was, want u heeft toen
opgemerkt, dat het u speet dat ik geen woord had gewijd aan de diverse
door burgemeester en wethouders aan de raad gezonden nota's! Ik zou,
om der wille van de historie even willen vastleggen, dat ik in mijn taak
alleen ben tekortgeschoten, omdat ik fysiek daartoe niet in staat was. De
heer Van der Hulst heeft dat zelf 66k wel gezegd, maar dat is u toen,
misschien door het strijdgewoel, ontgaan.
Overigens ben ik geluidloos op mijn plaats teruggeschoven nadat ik
hersteld was, want de eerste vergadering die ik nadien weer bijwoonde,
stond in het teken van de herdenking van Churchill's overlijden en uw
ernstige ziekte op dat ogenblik, zodat de loco-burgemeester daar geen
aandacht aan heeft besteed. Ik dacht een ogenblik aan een Amerikaanse
uitspraakPolitics is second hand business by second hand people (Politiek
is een tweede-hands zaakje bij tweederangs mensen). Dat wil ik voor me-
zelf best accepteren, maar ik vind het zo naar voor mijn mede-raadsleden,
zodat ik deze gedachte maar onmiddellijk heb verworpen.
Het is dus de twintigste maal, dat ik me met algemene beschouwingen
bezig houd, en ik zal niet doorgaan met weer op nieuwe wijze op een oud
stramien voort te borduren. Dat oude stramien is, dat ik vind, dat het met
de gemeente Heemstede nog zo slecht niet gaat en dat, alle soberheden
ten spijt, als de rekening van het jaar 1966 straks wordt overgelegd, zal
blijken dat de totaal-resultaten nog wel zullen meevallen. Ik wil daar 'niet
over spreken en voor het overige, om met Horatius te spreken, wil ik kort
zijn, maar dan word ik duister en dat wil ik niet.
Ik ben het overigens volkomen eens met mijn collegae die van mening
zijn, dat iedere uitweiding buiten de Heemsteedse begroting in deze alge^
mene besehouwingen, in het geheel niet overbodig is. Wij hebben dat in
voorgaande jaren, de een meer de ander minder, gedaan, maar ik vind
het een goeae gewoonte de algemene financiële en economische situatie van
land en gemeente in correlatief verband te beschouwen en verder onze
politieke intenties te ontvouwen, waarvan ik voorts vind, dat de pers er
wel je_ts meer aandacht aan mocht besteden dan aan onze mening omtrent
specifieke kleine Heemsteedse belangetjes, waarmede wij ons gedurende
Jaar hezighouden, dikwijls zonder dat daarbij van enige prin-
cipiele stellingname sprake is.