302
16 december 1965
De voorzitter: „Of liever vader die het ook eens proberen wil."
De heer Rutgers: „Ik dacht dat, wanneer de rijksg'oedkeuring' voor de
uitbreiding- van het raadhuis zou afkomen, en nochtans besloten zou wor-
den om met die uitbreiding te wachten, dit juist een bijzonder goede indruk
zou maken. Maar ik kom er nog even op terug.
Van de heer Verkouw heb ik met veel genoegen gehoord wat hij over
verschiilende punten heeft gezegd. Hij heeft nog even de wethouder van
financiën, elders in een andere functie optredende, geciteerd. Ik geloof
dat het juist is dat de wethouder daar zelf niet op ingaat, maar dat ik
dat doe. De V.V.D. is bang voor een overheidsinvestering die groter is dan
de groei van het nationaai inkomen. De heer Verkouw zegt graag dat we in
de pas moeten lopen. Ik zou dus zeggen, laten we in de pas lopen, ook
ten aanzien van de investeringen van de overheid in verband met het
nationaal inkomen. Wanneer daarboven teveel wordt uitgegaan kan dat
juist de inflatorische tendens versterken. Natuurlijk verkeren er steeds
verschillende gemeenten in nood en zou dus telkens opnieuw de financiële
verhouding tussen rijk en gemeente op bepaalde punten moeten worden
verfijnd en bekeken moeten worden wat daaraan gedaan kan worden. Dat
is een zeer moeilijke zaak. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat men die
gemeenten in nood laat zitten. Het is hier echter al meer gezegd dat er
minder wijze gemeentebesturen zijn die met al te grote voortvarendheid
ai hun wensen tegelijk willen gaan vervullen en daardoor te grote inves-
teringen moeten doen. Als daartegen wordt gewaarschuwd, lijkt mij dat
volkomen terecht.
Ik wil de elektriciteitstarieven liever morgen apart bekijken. Daar is al
het een en ander over gezegd. De heren Verhoeven en Verkouw hebben,
naar ik begrepen heb, ieder een verschiilend voorstel voor de elektriciteits-
tarieven in petto. Wij hebben in eerste instantie gezegd dat wij begrip
hebben voor het standpunt van burgemeester en wethouders, maar ik wil
toch eerst de nadere uiteenzettingen van de andere fracties afwachten voor
ik hier veel over zeg.
De heer Verkouw heeft als eerste en na hem andere sprekers
aanleg van een ijsbaan bepleit. Ook dat punt komt morgen ter sprake. Ik
zou nu al wel willen zeggen dat mijn fractie dan graag meer concreet van
het college wil horen hoe en waar het dan vöör is. Dat er een open ijsbaan
in de gemeente moet zijn lijkt mij duidelijk.
De heer Enschedé heeft zoals gewoonlijk zeer belangwekkende beschou-
wingen gehouden. Hij heeft nogal het een en ander gezegd over de be-
stemmingsplannen, maar daarbij heeft hij, naar mijn mening, de zaak iets
overtrokken. Ik dacht dat de verschillende bestemmingsplannen, voor zover
de raad daarvan in schets kennis hesft genomen, plezierig woongenot
garanderen. Ik meen dat er een enkel plan bij is dat nog wel goed moet
worden bezien, mede in verband met de vele woontypen, welke het bevat.
Dat wil niet zeggen dat plotseling getwijfeld moet worden of wij wel de
moderne ideeën over de klassegelijkheid en dergelijke aanhangen, want dat
gaat me veel te ver. Het gaat niet over bepaalde klassen. Bovendien horen
bepaalde klassen helemaal niet meer in bepaalde blokken en wijken, want
ook dat verschuift helemaal en terecht, maar het gaat over een goede en
fraaie opbouw van Heemstede en daarbij hoort dat men verschillende
woontypen niet door elkaar hutselt en dat men met de leefgewoonten
rekening houdt. Ik ben niet zo bang voor flats als de verhouding tussen
flats en woningen met tuintjes maar gehandhaafd blijft. Ik kan me dus
voorstellen dat er enige onrust bestaat over een bepaald voorstel, maar
met betrekking tot de andere voorstellen dacht ik dat wij toch wel over
een tijdje met vertrouwen aan de slag zouden kunnen gaan. Maar ten
aanzien van één voorstel, u weet wel welk voorstel ik bedoel, behouden wij
onze visie nog uitdrukkelijk voor.
De heer Enschedé heeft ook over het aardgas gesproken en de wethouder