16 december 1965
273
ook, dat gedeputeerde staten dit voorschrift hebben gemaakt, opdat de
raad zich dient te realiseren, dat ten laste van volgende jaren zulk een
bedrag wel op de begroting komt te drukken. U houde mij ten goede,
maar ondanks dit realiseren, vertekent men het beeld. De begroting wordt
evenmin als de rekening nog langer een momentopname van de situatie
en het zou naar mijn smaak, omdat er zodoende nog allerlei restanten van
voorgaande jaren in een bepaald jaar zwevende zijn, aanleiding kunnen
zijn om op een moment, waarop dit in wezen nog helemaal het geval niet
is, te concluderen, dat belastingverhoging in de vaan van het gemeente-
bestuur dient te worden geschreven.
Het spijt mij dat ik te dien opzichte van mening moet versehillen met
de heer Verkouw, die in een vroeger jaar heeft gezegd, dat de P.v.d.A.
zeker niet redeneert „hoe hoger de belastingen hoe meer plezier", maar
dat het gaat om het uitgangspunt. Ofwel men gaat uit van het standpunt,
zegt hij, ,,wat valt er te beknibbelen", ofwel men heeft de intentie ,,welke
positieve elementen bevat de begroting om een vooruitstrevende gemeen-
tepolitiek in deze dynamische tijd te garanderen".
Men zal, alhoewel wij in onze kring niet bepaald gewend zijn dagelijks
met zulke dure woorden te spreken, niet anders dan een eveneens dynami-
sche, ergo een meebewegende intentie van de K.V.P.-fractie in deze raad
kunnen constateren, maar ik mag er toch wel even op wijzen, dat er twee
manieren zijn om een bezit tot in lengte van dagen te beheren. De eerste
methode is die van een voorzichtig huisvader, die bijvoorbeeld een kleed
in de huiskamer, dat er nog mee door kan, nog voor een jaartje continueert,
totdat het werkelijk dringend nodig is en de andere methode is die van de
man, die, de middelen hebbend, zich met een enigermate gesleten kleed
beslist ongelukkig voelt en een nieuw kleed moet hebben. Ik geloof, dat
de heer Verkouw het met mij eens zal kunnen zijn, dat bezit behoeften
creëert. Men ziet niet voor niets cian alle kanten de tekenen van toege-
nomen welvaart, die wij overigens niemand misgunnen. Het zijn dezelfde
tekenen van welvaart, die wij ook waargenomen hebben in tijden van grote
inflatie, zoals dat in het Duitsland van na de eerste Wereldoorlog en in
het Frankrijk van vöör de „nouveau franc" het geval was.
Is een gemeente rijk aan middelen, dan groeien ook de wensen van en
begeerten naar nog grotere perfectie en ik meen dat het een juist beleid
is om daartegen te waken. In tijden dat het deze gemeente nog beter ging
dan heden, hebben alle leden van de raad zich wel eens laten meeslepen
om kapitaalsuitgaven te voteren, die, nog niet uitgevoerd zijnde, ons thans
met zorg vervullen, nu de verwezenlijking nabij is. Een verwezenlijking, die
veel meer gaat kosten dan wij meenden toen wij ,,vôör" stemden.
En ik, die in het verleden steeds, mede om te voorkomen dat men naar
nieuwe inkomstenbronnen ging zoeken vöôrdat zij werkelijk nodig waren,
gezegd heb, dat het ondanks alle pessimistische betogen, toch nog wel zou
meevallen, omdat, als ik het nu zo mag uitdrukken, ,,de bedriegertjes van
Oosterbeek" in de begroting zaten, meen toch te moeten waarschuwen
voor té grote perfectie bij het doen van uitgaven in het algemeen. Natuur-
Iijk moet men ook daarmede maat betrachten. Ik wil niet beknibbelen op
potloden en papier, ik verlang niet, dat men de binnenzijde van gebruikte
enveloppen als kladpapier bezigt!
Voor dit alles is een doorzichtige administratie nodig. Geen enkele
onderneming zal zich (ook fiscaal al niet) kunnen permitteren om afschrij-
ving en rente op nog niet gedane uitgaven voor een onevenredig deel op
een lopend jaar te laten drukken. Ik blijf dat onjuist vinden. Dit voorschrift
is gegeven om äl te dynamische raadsleden zich te laten realiseren wat ze
voor de toekomst deden, maar het vertroebelt het beeld. Ik geloof geen enkel
ogenblik dat wij in de raad van Heemstede zulke dynamiek kennen, maar
het is goed te bedenken, dat straks jongeren de plaats van de bedachtzame
Ieden van alle fracties, die hier nu zitten, zullen innemen. Preek die
jongeren s.v.p. geen dynamiek, maar leer ze tevreden zijn met een zuinig