183
2e afd.
17 december 1965
II. Aan artikel 3, lid 1, wordt toegevoeg'd:
,,j. personen, als bedoeld in artikel 1, onder d, 2e en 3e, die ware
ten tijde van het ontslag of het overlijden, waaraan zij aanspraak
op pensioen, wachtgeld of uitkering ontlenen, deze regeling te hun-
nen aanzien reeds van kracht geweest deelnemer hadden kunnen
blijven of worden, mits het verzoek tot toelating wordt gedaan
binnen 1 jaar na de datum van ingang van deze bepaling, dan wel
na de datum, waarop de gemeente tot deze regeling toetreedt;
k. personen, als bedoeld in artikel 1, onder d, 2e, 3e en 4e, die hoe-
wel daartoe voor hen de mogelijkheid bestond bij het ontslag of
het overlijden, waaraan zij aanspraak op pensioen, wachtgeld of
uitkering ontlenen, geen deelnemer zijn gebleven of geworden, mits
het verzoek tot toelating wordt gedaan binnen 1 jaar na de datum
van ingang van deze bepaling."
III. In artikel 5 wordt het bepaalde onder e gewijzigd als volgt:
„voor de pensioen, wachtgeld of uitkering genietende deelnemer op de
dag, waarop het genot van pensioen, wachtgeld of uitkering eindigt,
tenzij voorzover het wachtgeld betreft het eindigen van het
wachtgeld onmiddellijk wordt gevolgd door het genot van pensioen uit
hoofde van de betrekking, waaruit het wachtgeld wordt genoten;"
IV. In artikel 10, lid 1, vervallen de woorden „telkens voor een evenredig
deel".
V. Deze wijzigingen werken te rekenen met ingang van 1 januari 1966.
Heemstede, 17 december 1965.
De Raad voornoemd,
;zitter,
