17 december 1965
325
nog eens meer gefundeerd en meer geadstrueerd naar voren te laten komen
en dat het college met die wetenschap gewapend, voor de toekomst het
promotiebeleid wil voeren? Spreker voorziet n.l. dat wanneer er een
commissie van bijv. 3 leden wordt ingesteld en deze op de een of andere
manier het college adviseert of bepaalde wensen naar voren brengt, die
commissie onmiddellijk weer gedesavoueerd zal worden indien zij niet
gesproken heeft naar de zin van de betrokkenen. Met het instellen van een
promotiecommissie haalt men het paard van Troje binnen. Spreker vraagt
uitdrukkelijk aan het college deze zaal:, in het belang van het personeel
en in het belang van de goede verhoudingen, waar de heer Brandsma op
gezinspeeld heeft, toch wel te bekijken.
Wethouder Van Wijk wil van deze gelegenheid gebruik maken iets meer
te zeggen over het personeelsbeleid, waarbij hij wel voorop kan stellen dat
bij het heie college daar is hij van overtuigd en die overtuiging is ge-
staafd door de feiten de bereidheid bestaat om te doen wat kan en zelfs
iets meer te doen dan wat kan volgens de regels die op dit punt gelden.
Jaarlijks is het een van de moeilijkste momenten wanneer het college
moet gaan praten en beslissen over de promoties. Die zijn dan uiteraard
al voor een groot deel voorbereid. Burgemeester en wethouders hebben
hierbij het voordeel dat zij de mensen waarover het gaat meestal kennen,
hebben kennisgemaakt met hun werk. De directeuren van de bedrijven doen
gemotiveerde voorstellen. Heel vaak vragen burgemeester en wethouders
om een nadere motivering, omdat er onduidelijkheid is, soms zelfs of er
niet een beter motief of een motief te vinden is voor een promotie. Er vindt
samenspreking plaats tussen de wethouders en de directeuren en ook en
vooral, juist omdat hij de overkoepelende man is, tussen de secretaris en
de directeuren. Dit alles is in beweging geweest voordat het college zijn
beslissingen neemt. Voorts komen afgevaardigden van de bonden ook heel
vaak bij spreker en ook bij de secretaris en directeuren met bepaalde
namen en met hun grieven en klachten. Spreker krijgt van bondsbestuur-
ders wel eens een telefoontje of hij te spreken is over die en die en dan
zegt spreker: kom maar, en dan praten wij rustig over de man, over
de situatie, over de gezinsomstandigheden. Ook de raadsleden hebben hun
contacten, al vindt spreker dat niet de meest juiste weg hij heeft het
nooit kwalijk genomen wanneer zij zich inzetten, niet voor een bepaalde
man, maar voor het overbrengen van een bepaalde klacht of een bepaalde
wens want hij meent dat de betrokkene zich in de eerste plaats moet
richten tot zijn chef.
Op deze wijze kunnen wij met elkaar het meest juiste bereiken.
Natuuriijk komt het voor dat op een gegeven ogenblik vrije bedrijven wel
gemeentepersoneel willen aantrekken. Zij hebben een man nodig, zij willen
bieden wat er te bieden is, zij willen zelfs overbieden. Onder die omstan-
digheden kunnen burgemeester en wethouders niet altijd promotie toe-
passen om de man coûte que coûte te houden enkel en alieen omdat op
dit moment een bepaald bedrijf een groot werk heeft en die man daarvoor
nodig heeft. Heel vaak is de man zo verstandig om ook te zien dat er na
deze tijd andere tijden kunnen komen en hoe zal het dan zijn in het vrije
bedrijf Sommigen blijven en anderen gaan. Dat burgemeester en wethou-
ders wel eens rekening met het aanbod van het vrije bedrijf houden, wan-
neer dat niet al te abnormaal is, is ongetwijfeld het geval.
Het geen papieren hebben heeft natuurlijk volgens de regels weer be-
paalde consequenties, maar dat is niet absoluut beslissend. Een hand vol
papieren hebben is evenmin beslissend, want de vraag is in wiens hand
deze papieren liggen en of deze hand alleen papieren kan vasthouden of
ook nog kan werken. Dat zijn allemaal dingen die natuurlijk enorm belang-
rijk zijn. Dat de stem van het volk de stem van God zou zijn, ,,vox populi
vox Dei", gelooft spreker niet. Hij dacht dat het meer een kritische opmer-
king was dan een waarheid. Het is meer dat men zegt: zo is het in de