358 17 december 1965 De heer Rutgers: ,,Ik zal daar, eventueel bij een rondvraag in een vol- gende vergadering, op terugkomen." PUNT 47 De heer Zegwaart zegt altijd zijn vragen schriftelijk in de afdelingsver- gadering te hebben ingediend. Doordat hij pas uit het ziekenhuis terug was heeft hij zijn vragen mondeling gesteld, met als gevolg dat de vraag niet goed tot haar recht is gekomen. In de vraag staat het volgende te lezen: Deze toch (dat zijn de uitzendverenigingen) ontvangen, nââst de bijdrage van de ouders, slechts een bedrag van 6,aan subsidie van de gemeente. Hier zou men uit kunnen lezen dat de uitzendverenigingen feite- lijk een klein beetje ontevreden zijn. Zo is het niet en spreker heeft er daarom behoefte aan om nu naar voren te brengen dat de verenigingen met de subsidie van 6,buitengewoon in hun schik zijn. Spreker gelooft best dat de bedragen die in het antwoord genoemd wor- den juist zijn, maar hij zou deze wel graag eens willen verifiëren. Uit de cijfers blijkt dat de andere uitzendverenigingen lang niet zo moeilijk zitten als de uitzendvereniging waar spreker wat mee te maken heeft. Ondanks dat hij dus niet twijfelt aan de cijfers, kan hij zich moeilijk voorstellen dat er B-koloniehuizen zijn die het voor minder dan de helft doen als het B- koloniehuis St. Godelize te Goirle, dat heeft medegedeeld dat met ingang van 1 januari 1966 de verpleegprijs per dag en per kind 12,zou be- dragen. Over de andere huizen kan spreker niet oordelen. Het kan natuur- lijk best zijn dat het koloniehuis met de lage verpleegprijs dat hier ge- noemd is, helemaal geen afschrijving meer heeft, het kan ook zijn dat het wat betreft de inrichting niet precies hetzelfde is. Spreker komt hier nog op terug, na onderzocht te hebben waarin het verschil zit. Wethouder mevrouw Van der Meulen doet het genoegen dat de heer Zeg- waart zegt dat hij met de subsidie van de gemeente tevreden is. Spreekster wacht nu verder het onderzoek van de heer Zegwaart af. PUNT 49 De heer Brandsma zegt dat het college antwoordt dat het contingent woningwetwoningen 1965 niet gerealiseerd is kunnen worden uit hoofde van diverse oorzaken en dat als belangrijkste moet worden genoemd de onmogelijkheid een vrij gering aantal woningen tegen de curveprijs te bou- wen. Sprekers eerste vraag is of het college dat heeft geprobeerd. Is het inderdaad bij het ministerie geweest met het contingent 1965 en is het niet gelukt met het departement tot overeenstemming te komen omdat de curveprijs niet bereikt kon worden Spreker zou dat een beetie vreemd vinden omdat landelijk gezien het verschijnsel zich voordoet, dat juist de laatste helft van het jaar, uitgerekend in de woningwetsector, nog de meeste vergunningen zijn verleend. Er zijn wel moeilijkheden geweest met de prijs voor de premiesector. Als spreker de minister mag geloven, staat het toekennen van goedkeuringen in de premiesector op dit ogenblik haast stil terwijl in de woningwetsector het uitstekend loopt. Spreker zou dus van de wethouder willen weten of hier voor Heemstede toch moeilijkheden zijn geweest. Zijn tweede vraag luidt dat, als gebleken is dat het kleine contingent 1965 niet voor realisering vatbaar was, waarom dan niet een groter bouw- plan is aangeboden want men hoeft bij het departement niet alleen te komen met het contingent 1965. Burgemeester en wethouders hadden ook kunnen komen met een drie'aren-contingent, dus dat van 1965, 1966 en 1967. Spreker heeft in de vorige begrotingsvergadering daar een heel aar- dig voorbeeld van gegeven. Hij heeft toen aangehaald hoe in de gemeente Geldrop een belangrijk driejarenplan tot realisering was gekomen. Spre- ker had toen van de wethouder begrepen dat hij daar wel iets voor voelde

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 44