364
17 december 1965
dat de gemeente niets voor hen doet. In zo'n geval antwoordt spreekster
dat men zelf woonruimte moet zoeken, want dat het toch te gek is dat de
overheid voor hen een huis moet gaan zoeken. Deze groepen, die aileen
maar een gedeelte van een huis nodig hebben, en ook op niet meer aan-
spraak kunnen maken, kunnen toch niet via de gemeente woonruimte vin-
den omdat de meeste mensen, die woonruimte over hebben, dit niet aan de
gemeente opgeven. Dat weet spreekster uit ervaring. Men zal dat nog
eerder aan een makelaar opgeven of per advertentie in de krant woon-
ruimte aanbieden. De gemeentelijke lijst van beschikbare gedeelten van
woningen is dus maar heel erg klein. Spreekster zou daarom de opmer-
king willen maken dat het een foutieve instelling is om altijd maar te
zeggen dat de gemeente voor een huis moet zorgen.
De heer Willemse merkt op dat de voorzitter heeft gezegd dat, wanneer
geen leeftijdsgrens is gesteld, jonge verloofde paren min of meer een recht
op woonruimte zouden doen gelden. Spreker dacht dat juist het noemen
van een vaste leeftijdsgrens voor verloofde paren van samen boven 55
jaar in de hand werkt dat zij een recht menen te hebben. Spreker vraagt
of het juist is dat, wanneer jonge paren, van tezamen beneden 55 jaar, er-
in slagen om zelf woonruimte te vinden in de vorm van inwoning, zij dan
wel vergunning krijgen.
De voorzitter antwoordt bevestigend. Paren van tezamen boven 55 jaar
worden gelijkgesteld met een gezin van 3 personen en komen dus even-
tueel in aanmerking voor een gehele woning. Burgemeester en wethouders
hebben deze leeftijdsgrens gesteld om even aan te dikken waar de urgen-
tie ligt. Men zal toch moeten toegeven dat verloofde paren van samen
ouder dan 55 jaar dringender behoefte hebben aan een huis of een inwo-
ning dan verloofde paren die samen amper 40 jaar zijn.
De heer Willemse zegt dat tussen de grenzen van 40 en 55 jaar allerlei
graderingen van urgentie mogelijk zijn. Spreker heeft er begrip voor dat
de voorzitter momenteel niets kan toezeggen. Voor de zienswijze van bur-
gemeester en wethouders is evenveel te zeggen als voor sprekers ziens-
wijze. Omdat spreker nogal veel met jongelui, die met deze problemen
worstelen, in aanraking komt, beklaagt men zich tegenover spreker daar-
over en daardoor is spreker op de gedachte gekomen dat het wellicht
beter is geen leeftijdsgrens te stellen, omdat er toch altijd al volgens ur-
gentie te werk wordt gegaan en te werk moet worden gegaan, waar het
merendeel van de woningzoekenden toch ook wel begrip voor kan op-
brengen.
De voorzitter meent dat de zienswijze van de heer Willemse toch fout is,
want die leeftijdsgrens van 55 jaar wil eigenlijk niets anders zeggen dan
dat men op dat moment een klasse opschiet. Verloofde paren onder de leef-
tijdsgrens van 55 jaar krijgen ook toestemming als zij ergens een inwo-
ning vinden, maar de gemeente gaat voor hen niet zoeken. Spreker zal
die leeftijdsgrens nog in het college van burgemeester en wethouders ter
sprake brengen en aan de commissie van advies voorleggen.
De heer Butgers wil nog graag iets zeggen over de doorstroming. Het is
juist dat de rechterlijke macht een belangrijke stem hierin heeft. Spreker
meent dat het huisvestingsbeleid in Heemstede toch wel meer op het be-
vorderen van de doorstroming kan worden gericht, in dier voege dat alleen-
wonenden of gezinnen van twee personen, die een groot huis bewonen en
ruimte over hebben, worden geanimeerd om jonge mensen op te nemen
door toe te zeggen dat meegewerkt zal worden dat aan de inwonenden,
b.v. wanneer er veel kinderen komen of andere moeilijkheden zijn, andere
woonruimte zal worden verschaft. Wanneer, zoals heel vaak gebeurt, door
het huisvestingsbureau wordt gezegd: U zit en U zit goed, wij doen niets