27 januari 1966 5
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XI VOORLOPIGE VASTSTELLING BEDRAGEN UITGAVEN OVER
1964 VOOR OPENBAAR LAGER ONDERWIJS
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
9. Voorlopige vaststelling bedragen uitgaven over 1964 voor openbaar
lager onderwijs.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XII. VERGOEDING ARTIKEL 100 L.O.-WET 1920 OVER 1963
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
10. Vergoeding artikel 100 Lager-onderwijswet 1920 over 1963.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XIII. VERGOEDING ARTIKEL 100 L.O.-WET 1920 OVER 1964
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
11. Vergoeding artikel 100 Lager-onderwijswet 1920 over 1964.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besiuit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XIV. VERHOGING KREDIET VOORZIENINGEN DREEFSCHOOL
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
12. Verhoging krediet voorzieningen Dreefschool.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich
hiermede kan verenigen.
De heer Brandsma heeft tegen dit voorstel geen enkel bezwaar. Hct is
spreker echter opgevallen, dat tussen het tijdstip van de aanvrage van het
eerste krediet en de aanbesteding een tijdvak ligt van 3 jaren. Spreker
vindt dat nogäl veel omdat het maar een betrekkelijk eenvoudig karweitje
betreft. Kunnen burgemeester en wethouders daar een verklaring voor
g-even
In de tweede plaats ligt de aanneemsom ongeveer 50% hoger dan des-
tijds werd geraamd. Burgemeester en wethouders geven daarvan al een
gedeeltelijke verklaring door er op te wijzen dat er in die tussentijd een
stijging van de lonen en de materiaalkosten is geweest van 29%, op dit
ogenblik misschien al 30-35%. Maar burgemeester en wethouders vertellen
niets over het verschil tussen 29 en 50%. Spreker zou toch wel graag
willen weten of burgemeester en wethouders enig vermoeden hebben waar-
aan deze overschrijding van de raming nog meer te wijten is.