74 24 februari 1966 misschien een wat verkeerde weg gevolgd. Burgemeester en wethouders zeggen: draag maar over en dan gaan we daarna praten. De voorzitter antwoordt dat het overleg met de drie stichtingsbesturen, met de aan dit overleg verbonden consequenties, een concessie is die op het moment gedaan is op aandrang uit de raad. Het voorstel van burge- meester en wethouders is zo compleet mogelijk nl. uitgaande van de visie van het college. Burgemeester en wethouders zien geen behoefte aan dat pad. Zij vinden het zelfs ongewenst dat dat pad er komt. Het publiek kan ook elders zijn vertier vinden. De heer Rutgers mag niet zeggen dat het voorstel incompleet is, nog minder mag hij zeggen dat burgemeester en wethouders helemaal niets gedaan hebben. Dat is heel gemakkelijk gezegd, maar dat is toch een uitdrukking die spreker weinig kan waar- deren. Hij gelooft dat het ook maar weer een slag in de lucht is. Burge- meester en wethouders hebben een compleet voorstel gedaan waaraan de visie ten grondslag ligt dat dit pad niet nodig is. Zö moet de heer Rutgers het zien en dan mag hij wat spreker betreft zeggen dat hij het met de visie van het college niet eens is en dat hij daarom om een ander voorstel vraagt. De heer Rutgers had dat ook verwacht van het college. De voorzitter kan nu wel zeggen dat het college een compleet voorstel heeft gedaan, maar dat voorstel is dan volkomen in strijd met de beoogde bestemming van dit terrein. Dan mag spreker het college daarop aanvallen. Dat is niet gemakkelijk gezegd, want het college wist wel dat de raad anders over deze zaak dacht. Gezien de visie van de raad en ook van hogere instanties is dan het voorstel inderdaad incompleet. De voorzitter antwoordt dat het voorstel niet incompleet is, het is alleen niet in overeenstemming met de zienswijze van sommige leden uit de raad. Het is een bepaalde kijk op deze zaak in overeenstemming met de ontwikkeling die deze heeft genomen. De heer Verkouw merkt op, dat de voorzitter nog eens bij herhaling heeft gezegd, dat dit de visie is van het college, maar spreker heeft uit zijn woorden toch ook begrepen, dat hij begrip heeft voor de opvatting die in de raad tot uiting is gekomen en dat hij de door de raad gewenste besprekingen wil voeren. Dan zal ook de vraag, die de heer Rutgers heeft gesteld aan de orde komen, en die vraag mag ook gerust aan de orde komen, of de gemeente hier niet een bepaalde taak heeft en in bepaalde kosten zal moeten bijdragen. Maar dan krijgt de raad straks ook een uit- gewerkt geheel voor zich. Als er een eenvoudig wandelpad komt, misschien met een paar aftakkingen naar de Burgemeester van Lennepweg, dat ook toegankelijk is voor de burgerij, dan valt er over te praten in hoeverre een redelijke kostenverdeling kan worden bereikt. Spreker gelooft wel mede namens zijn fractie te spreken als hij verklaart dat de openstelling van het Overbos haar wel wat waard is. De voorzitter: „Dat zou billijk zijn. Dat kan ik nu al wel zeggen als persoonlijke mening." De heer Verkouw: „We binden ons aan niets. Als het de gemeente b.v. jaarlijks 50.000,zou gaan kosten dan wordt het natuurlijk een dis- cussiepunt." De heer Willemse vindt het toch wel een wat moeilijke zaak om met deze besturen te gaan praten, die met de ministeriële visie enz. het mes op de keel hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 34