24 februari 1966
75
De voorzitter vraagt of de heer Verkouw een beslissing over de motie
vooraf wenst te doen gaan aan die over het voorstel van burgemeester en
wethouders en of de heer Verkouw van mening is, dat bij aanneming van
de motie het voorstel van het college thans niet meer aan de orde be-
hoort te komen, of dat spreker het voorstel van het college thans in stem-
ming kan brengen en de raad er op vertrouwt dat het college het door de
motie beoogde doel tracht te bereiken.
De heer Verkouw lijkt het wel plezierig, nu het verlangen van de raad
in de motie tot uitdrukking is gebracht, dat het college de motie aecep-
teert.
Wethouder Corver vraagt of als deze motie wordt aangenomen, het dan
de bedoeling van de raad is het voorstel aan te houden, dat er dus een
nieuw voorstel komt, of dat het de bedoeling is het voorstel aan te nemen
en het verder aan het college over te laten de zaak met de stichtingsbe-
sturen ter sprake te brengen.
De voorzitter zai eerst de motie voorlezen:
„De raad van Heemstede op 24 februari 1966 in vergadering bijeen;
gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 februari
1966 no. 36 met het daarbij behorende ontwerp-besluit, tot het aangaan
van enige grondtransacties met de stichting Huize St. Bavo en de stich-
ting Kennemeroord;
nodigt burgemeester en wethouders uit met de besturen van voornoemde
stichtingen alsmede met het bestuur van de stichting Kennemerduin be-
sprekingen te openen met het doel door gezamenlijk overleg het aanleggen
c.a. van een of meer openbare wandelpaden van de Herenweg naar de
Burgemeester van Lennepweg veilig te stellen, en gaat over tot de orde
van de dag."
Spreker zegt, dat het coliege deze motie wel wil overnemen. Hij vraagt
of het voorstel van burgemeester en wethouders nu moet worden aange-
houden opdat de raad bij zijn beslissing daaromtrent het resultaat van
de onderhandelingen kan beoordelen of dat de raad nu toch bereid is het
voorstel verder te behandelen.
Wethouder Bekker merkt op dat de voorzitter heeft gezegd dat het
college de motie overneemt. Spreker kan daar akkoord mee gaan indien
de stichting St. Bavo niet geremd wordt in haar bouwplannen. Als het
voorstel wordt aangehouden weet spreker niet hoe deze er dan voor komen
te staan. Dat wil hij duidelijk gesteld zien.
De heer Verhoeven zegt dat het niet de bedoeling is dat de verkoop van
de grond aan de Bavo wordt aangehouden. De Bavo moet kunnen bouwen.
Als de motie door burgemeester en wethouders wordt overgenomen be-
tekent dat voor spreker dat de gemeente met de stichtingsbesturen gaat
spreken maar dat de verkoop van de grond doorgang zal vinden.
Wethouder mevr. Van der Meulen: ,,Gesteld dat de onderhandelingen
niet het door de raad gewenste resultaat hebben. Hoe staat de raad daar
dan tegenover?"
De heer Rutgers wil niet met het mes op de keel werken. Hij wil alleen
een reële oplossing. Spreker steunt de motie van harte. Hij meent dat de
bouw van het bejaardenhuis St. Bavo direct noodzakelijk is, zodat de
verkoop van de grond aan de Bavo moet doorgaan. Spreker zou de motie
willen aanvaarden, de grond aan de Bavo overdragen en dan willen gaan